Vijftig tinten grijs

Dat weekend was het zo heet dat mijn buurvrouw zich met haar kinderen in huis opsloot, deuren en ramen dicht, om de hitte buiten te houden.
Maar Hildegard en ik waren op het eiland, we liepen over het wad, trokken onze kleren uit en gingen de horizon tegemoet.
Het wad, een land van vijftig tinten grijs. Slik, water, zand en klei. Vervloeiend naar de verte, naar de horizon, de lucht. De overgang naar hemels blauw.
We maakten foto's van onze schaduwen. Stuurden ze de wereld over. De zon stortte haar hete kracht over onze lichamen. De bodem met water en slik verkoelde, krabben vergrepen zich aan onze voeten.
De opwinding van deze buiten-gewone wereld.
Dat weekend een tropische paradijs in vijftig tinten grijs

We fietsten rond naar de andere kant van het eiland.
Daar was het strand, we deden onze kleren in de rugzak.
Liepen alsof we in het paradijs waren

Ze gebruikte het flesje water om haar voeten schoon te maken. Het was heet.
De zon verbleekte de vijftig tinten grijs. We haalden water bij de strandtent.
Doken in zee, strekten ons uit op het strand, lazen 50 tinten grijs

Bij de strandtent kocht ik bier.
De man achter de bar pakte de zonnebril van mijn neus. 'Even checken of je wel 18 bent.'
Daarop nodigde hij me uit voor the beachparty in the night, 'als je tenminste 21 bent'.
'Even aan m'n moeder vragen', zei ik.

We fietsten loom en langzaam. Geen zin in eten, geen zin in een restaurant.
We kochten avocado's, noten, wijn en oude kaas.
Aten en dronken in de schaduw.
Lazen 50 tinten grijs.

Hildegard had geen zin in the beachparty, dus ging ik alleen.
Op de fiets naar de strandtent. Zag de zon verdwijnen in zee, dook er achteraan, de golven door. Zwom naar open zee.
De warmte van de nacht droogde het water op mijn huid. Een jurk, bier, dansen met mijn voeten in het zand. Dansen met de man van de bar. Uitdagen. Lachen.
De nacht was heet en lang
We sliepen op het strand.