Blog
De waarschuwing van Petrus en de strandwacht
Door datingsite- en communitylid
aske
23-08-2018 16:41 | bekeken:
510 | funked:
4 | reacties:
3
"En toen riep hij: terrug! Kom terrug! Maar wij waren al halverwege en moesten naar de overkant. Daar kwamen we vandaan, daar stonden de fietsen, dus hadden we geen andere keus dan niet-terrug-gaan. Ook niet toen hij riep: 'dit is niet normaal!' Sara riep: 'wat is normaal?' En ik riep: 'wie ben jij?' Hij schreeuwde: 'je wordt omlaag gezogen, weggedreven. Ik ben de strandwacht. Iedereen-zwemt-achter-jullie-aan, iedereen wordt omlaag gezogen, iedereen drijft weg, en dan blijf ik alleen over. Ik ben de strandwacht."
Sara en ik keken elkaar aan, lachten en lieten hem praten, in zijn sop gaar koken. Achter ons zagen we iedereen-die-achter-ons-aan-zwemt.
Maar even later voelden we ons de rattenvangers van Hamelen. Want toen werd iedereen-die-achter-ons-aan-zwemt omlaag gezogen of weggedreven. Alleen de strandwacht bleef over en zwom nog steeds achter ons aan of zijn leven ervan afhing. Maar wij waren al over de helft. Hadden de zuiging en de drijfkracht getrotseert. We zagen de strandwacht aarzelen bij de draaikolk en de sterke stroming. Hij keek alsof hij 'iedereen-die-achter-ons-aan-zwemt' daar beneden in de draaikolk zag.
Hij keerde en ging terug
Wij zwommen verder naar de overzijde
Vandaag ben ik alleen. Stop mijn fietssleutel in de roze zak, krul de rand 4 x om, klik en blaas door het ventiel de zak op. Het wordt een zwemboei, een roze, ik klik klak de riemen van de boei om mijn middel, ga het water in. Vorig jaar nog nam ik uit angst voor de kou een aanloop en dook, (snel-er-door).
Na de training met the iceman, stap ik rustig het water in, haal adem, terwijl ik langzaam uitblaas en me laat zakken. Ik zwem een uurtje. Koud is het niet, maar na een kwartier wel.
Het zwemmen met alleen een roze zak aan mijn lijf, is koud, bijna niet te harden. Na een half uur ben ik zo koud dat ik de stem van Petrus hoor: als het te koud wordt krijg je kramp en dan ben je er geweest. Ik ontmoette Petrus op het eilandje midden op het meer. Hij zag eruit als een getrainde zwemmer. 'Maar,' vertelde hij: ' ooit kreeg ik het zo koud dat ik dacht: ik ben er geweest. Ik kreeg kramp. De strandwacht vond me in de draaikolk. Nu draag ik altijd een pak.'
Ik denk aan de training met the iceman. De duik in het bad met steenkoud water waar ijsblokjes uit de supermarkt in dreven. De koude douche elke morgen. Maar ondanks die training wordt ik hier en nu gegrepen door de kou. En volgens Petrus ligt kramp op de loer. En volgens de strandwacht de zuigkracht en de sterke stroming. Petrus en de strandwacht lijken het hier voor het zeggen te hebben. Ik bent gewaarschuwd. Misschien verdwijn ik ook in de diepten waar iedereen-die-achter-ons-aanzwemt verdween. Ik duik onder water, daar beneden zijn de vissen. Zijn het de verdwenen zwemmers, getransformeerd tot vis?
De iceman vertelde over zijn bruine vet waardoor hij de kou trotseert. Ik heb geen koude werende bruine vetten. Ik voel de roze zak om mijn middel, ik voel dat mijn lijf beweegt. Ik hoor mijn gedachten, ze denken aan kramp, draaikolken en stroming. Ik voel de kou die mijn lijf in bezit neemt. Maar ik zwem door. Laat gevoel en gedachten wegstromen, meesleuren naar de diepten.
Ik nader de overkant en zie de iceman naast Petrus staan. In de toren zit de strandwacht met een verrekijker. Naakt stap ik uit het water. De roze zak laat ik leeglopen. Pak mijn fietssleutel, mijn fiets, leg de zak over het stuur droog me af, bibber, trek kleren aan en verdwijn