Blog
Met de tent door de lucht
Door datingsite- en communitylid
aske
25-08-2018 20:07 | bekeken:
673 | funked:
1 | reacties:
1
'Vincent! ga op de tent liggen! anders waait hij de lucht in!' roep ik. Vincent duikt op het opbollende doek, dat wapperend in het weiland ligt.
Samen met Dana schuif ik lange fiberstokken door de tunnels van het tentdoek. Soms schuiven de stokken weer uitelkaar. Soms blokkeert de tunnel de stok, dan haakt een stokrand achter een tunnelrand.
Hier en nu een tent opzetten. Het lijkt een onmogelijke klus. Ik denk even dat het niet gaat lukken.
Het waait. Vincent houdt met zijn gewicht de tent aan de grond. Dana en ik worstelen met de stokken. Als ze eenmaal in de tunnels zitten, moeten ze ook nog in ijzeren pinnen geduwt worden. Dat kost kracht, trekken aan de stof, duwen aan de stok, de pin precies op de juiste plaats.
Na veel geworstel en gedoe buigen de stokken omhoog en pop-upt tent. Direct krijgt de wind er vat op. 'Help', roepen we. Er is geen niemand. We staan met de tent op een grasland. Verderop meer weilanden, koeien, ze kijken niet op of om.
Dan pakt de wind de tent vast en trekt hem de lucht in. 'Hou vast!' roep ik. We proberen de tent omlaag te trekken, hangen zo zwaar als we zijn aan de tent.
'Ik ben 25 kilo,' roept Vincent, 'Dana is 35. Hoe zwaar ben jij?' '60', zeg ik. Vincent telt, hij gebruikt zijn vingers. 'Vasthouden!' roep ik. '105.. 128.. 120 kilo!' zegt hij. 'Met 120 kilo hangen we aan de tent!'
Opeens trekt de wind met kracht. De tent gaat de lucht in. We waaien boven de grond.
'Hou vast,' gil ik. 'Niet loslaten.' 'Hellup,' schreeuwt Vincent. 'We vliegen over de sloot,' roept Dana. Haar voeten zweven over het water en door het riet.
We waaien met tent en al over de sloot, onze voeten slepen over de grond, soms erboven. 'Hou vast! Trek de tent naar de grond!'
Vincent hangt in de tent aan een touw die de tentbodem bij elkaar moet houden. Dana houdt zich vast aan een stok. Ik hang aan de luifel.
Even later staan we op onze voeten op de grond. 'Waar zijn de haringen?' 'Ik' roept Vincent, hij steekt een zakje haringen omhoog. 'Ze zaten hier, daar..', hij wijst.
Dan komt de wind weer. Ze waait onder de tent, laat het doek klapperen, we stijgen op. De wind waait ons weg, drijft ons verder de weilanden in.
We waaien naar de koeien.
Het is een grote kudde koeien. Zwart met witte vlekken. Er lopen ook rode koeien tussen. Allemaal hebben ze een halsband met een nummer. Langzaam zakken we met de tent naar beneden, we zijn aan de rand van het weiland. De koeien loeien, maken gekke sprongen en kijken of ze vreselijk schrikken. In een hoekje van het weiland landen we, op onze voeten. Er staan bomen die de wind tegenhouden. We landden op een plek met kort gegraasd gras en..... koeienpoep.
'Help,' roept Vincent, 'ik sta op een drol.'
'Dat is geen drol,' zegt Dana, 'dat is een vlaai.'
'Een vla-haai?' Vincent kijkt vies, 'vlaaien kan je toch eten? Nou hier,' hij steekt zijn voet naar Dana's neus. Ze steekt haar tong uit: 'bluhh' en doet een stapje naar achteren.
'Geen grapjes,' zeg ik streng, 'vasthouden die tent!'
De koeien komen dichterbij, ze snuffen aan de tent.
'Ha buurvrouwen!' roept Dana. De koeien loeien. 'Daar is honderd-zes-en-zestig,' Vincent wijst naar de halsband van een rode koe. 'Die staat altijd vooraan'. De koe steekt haar tong uit. 'Pas op,' zeg ik: 'ze geeft je zo een tongzoen'. Dana moet vreselijk lachen.
'Een tongzoen,' zegt Vincent, 'dat is vies. Dan heb ik liever een vla-haai.'
We giechelen.
De tent staat. We duwen haringen in de grond. Maken touwen vast aan bomen.
166 staat naast de tent. De andere koeien lopen weer door het weiland. Ze eten gras.
Vincent steekt zijn voet in de sloot en spoelt de koeienpoep eraf.
Zullen we strax de slaapzakken halen?' zegt Dana. 'Ik wil hier slapen.'
'Ik ook,' roept Vincent.