Blog
Liefde voor geschiedenis 2
Door datingsite- en communitylid
geertrude
22-04-2015 23:07 | bekeken:
960 | funked:
1 | reacties:
2
De oorlog duurde voort. Het gezin van mijn Opa en Oma had zo links en rechts wat uitbreiding gekregen. Net voor de oorlog hadden zij hun eerste kleinkinderen mogen ontvangen. Ook waren er broers en zussen getrouwd. Op de foto die vroeger bij Opa in de kamer hing kon je precies zien wie er in oorlogstijd waren getrouwd; de jurken waren grauw van kleur. Het waren roerige tijden voor Oma geweest. Ze had naast haar eigen kroost een logeetje gehad uit het verre Overijssel. (Door een van de schoonzonen was dit contact tot stand gekomen). Het jochie was benauwd en moest voor zijn gezondheid dichtbij de zee op adem komen. Dat was Oma ; altijd ruimte om te geven terwijl ze het zelf ook niet ruim hadden. Tegelijkertijd leverde die relaties ook weer mogelijkheden op voor haar eigen jongste. Het eten werd steeds schaarser, en in de winter was er vrijwel niets om te eten dan de bloembollen. En die smaakte volgens mijn vader nergens naar. Ze bevatten ook weinig voeding. Evenals het zwarte brood. Paps zei later wel eens hadden we maar geweten dat brandnetels heel gezond waren, dan hadden we goed kunnen eten. Ze hadden die kennis niet. Mijn vader belande in het Overijsselse Nieuwleusen op een boerderij, daar was wel voldoende eten. Ik weet niet hoelang mijn vader daar is geweest. Ik vermoed dat hij daar overwinterde '43/'44. Later heb ik met mijn gezin in Nieuwleusen gewoond, en Paps ontmoette er na lange tijd weer de mensen uit die tijd.
In het gezin van Opa en Oma waren inmiddels ook opgeschoten knullen, pubers die een voor de bezetter een interessante leeftijd hadden.
Een van de jongens was inmiddels dienstplichtig. Hij werd opgeroepen en ging naar de West. De ander woonde nog thuis. De bezetter werd inmiddels door bondgenoten al behoorlijk in de tang genomen. De Duitse dienstplichtigen moesten allemaal mee vechten. En vechten betekend dat er munitie moet zijn. De productie daarvoor had mankrachten nodig.
Daarvoor werden razzia's gehouden, ook in Nederland.
Naast Joden werden nu ook jongeren opgepakt en op transport gezet. Niet naar de Jodenkampen, maar naar de fabrieken waar wapens en munitie geproduceerd werd. Zo werd de dreiging binnen het gezin continu zwaar op de proef gesteld. Mijn vader was alweer thuis uit het Overijsselse land. Aangesterkt van het goede eten weer thuis bij ouders en broers. De politieke situatie leek ruimte te maken, maar het koste de geallieerde moeite en strijd.
Zo was Oma haar dagelijkse gezin wel gekrompen sinds het begin van de oorlog.
Het was en mooie dag. Oma was thuis, en mijn vader was in haar gezelschap. Ze konden het goed met elkaar vinden.
In eens werd het rumoerig buiten. Mensen riepen en schreeuwden, rauw ronkende motoren klonken. Harde voetstappen, die de inwoners al herkenden als stappen van de bezetter, dreunden door de smalle straat.
Hard werd er op de deur gebonsd; aufen, machen sie aufen... Oma schoot naar de deur. Een Duitse soldaat duwde Arie naar binnen en gebood hem spul op te halen. Oma wisselde een blik met haar zoon Arie. Zorgde dat hij zijn spullen bij elkaar kreeg. Beiden wisten wat dit betekende, Arie moest mee, met de bezetter, mee om wapens te produceren die tegen hen gebruikt zou worden. Wapens waarmee haar zoon vermoord was.. Weer keek ze haar zoon aan, Arie Arie, vergeet niet, heb uw vijanden lief. Ze gaf hem een vluchtige kus, en knijpje in zn wang. Mijn vader keek mijn vader hoorde; heb uw vijanden lief... De zin bleef hangen in zijn hoofd..
Het was stil in de kleine woning. De rust verklapte de gedachten van de aanwezigen. De schemerlamp bracht zacht licht in de ruimte war de gordijnen al lang gesloten waren vanwege "de avondklok" .
Oma haar nijvere handen stopten sokken. Surrogaat koffie stond op t kacheltje. Opa dutte wat. Opeens werd er zachtjes op de deur geroffeld.
Oma schrikt op. Hoe kan dat nu. Avond klok en dan iemand aan de deur?
Behoedzaam loopt ze richting deur. Opnieuw een roffeltje, t klinkt bijna vertrouwd?! Voorzichtig doet Oma de schuif van de deur. "Moe" klinkt het vanachter de deur. "Arie" fluistert moe, ben jij daar? Gauw gaat de deur open en weer dicht. Een innige omhelzing! Arie! Uitbundigheid werd innerlijk, herrie maken kon echt niet. Welk een vreugde in hun harten, God dankend voor dit weer zien! Heb uw vijanden lief, welk een vertrouwen van Oma had daarin doorgeklonken tot ver in de hemel. Hij had het gehoord, was bij Arie gebleven.
Arie, hij was op transport gezet, samen met meerdere kameraden uit zijn woonplaats. Jongens die elkaar door en door kenden. Samen hadden ze in de volgepakte trein gestaan. Arie had samen met een aantal kameraden een plan van ontvluchten door uit te springen verzonnen.
Niet iedereen had het een goed idee gevonden. Toch wilden ze Arie en een kameraad wel helpen. Zij zouden tijdens het oplezen van de namen "present" roepen wanneer Arie zn naam gelezen werd.
En ergens langs het spoor, toen de trein langzaam was gaan rijden bij het naderen van een station, was hij uitgespongen, samen met een kameraad. Ze waren door het land getijgerd, ze hadden zich in schuren verstopt. En zo na een fikse wandeling vanaf ergens ter hoogte Haarlem naar Leiden en dan naar Rijnsburg was hij nu na de avondklok thuis.
Samen dankte ze God. Lang zou Arie niet thuis zijn. Hij moest onderduiken. Waar, dat weet ik niet. Wel weet ik dat het getuigd van waar geloof, dat Gods Geest werkt in mensen.
Hoe zou je anders kunnen zeggen tegen je kind "heb uw vijanden lief" terwijl zij het waren die haar zoon dood schoten.
God hoorde en zag haar grote vertrouwen in haar Hemelse Vader, en zij mocht deze zoon weer thuis ontmoeten..
Voor mij zijn deze getuigenissen van levens belang, ze spreken tot mij ten diepste, raken dieper dan sommige Bijbelse verhalen. God is er altijd.