Blog
Wachten, wachtten en verwachten
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
03-12-2014 10:38 | bekeken:
1180 | funked:
2 | reacties:
3
Gisterenmorgen bracht ik een bezoekje aan een oude predikant van over de negentig. Het was omstreeks half elf en half slapend zat hij in z'n kamerjas achter de tafel. Zonder dat hij zich van mijn aanwezigheid bewust was, hoorde ik hem zeggen: "Ik blijf bij het geloof".
M'n oren spitsten zich. En een minuut later vervolgde hij met:
"Hij verwacht me".
Ik was ontroerd tot in het diepst van m'n ziel.
Een "zuster" kwam binnen lopen. Hij moest nog aangekleed worden.
Ik beloofde hem dat ik gauw weer terug zou komen en hij groette me met:
"Dag broeder".
Wachten met één "t" is tegenwoordige tijd.
Wachtten met twee t's, dan heb je het over de verleden tijd.
Bij het werkwoord verwachten, spreek je over de toekomende tijd.
Vanmorgen rond zes uur zat ik wel een uur lang te mijmeren over deze werkwoorden.
Een oud versje viel me nog in. De woorden luiden "ongeveer":
Laat mij slapend op U wachten,
o, dan slaap ik zo gerust.
Geef mij heilige gedachten
en wees in de slaap mijn lust.
't Lichaam slaapt, maar 't harte waakt
daar het zich in U vermaakt.
Mag ik dicht bij Jezus wezen,
o, dan heb ik niets te vrezen.
Wachten is dus ook een werkwoord.
Je kunt passief op iets of iemand wachten en in veel gevallen verbruik je dan negatieve energie.
Het woord "wachten" kun je dus ook activeren. Je wordt alert omtrent de situaties en omstandigheden die dit wachten met zich mee brengt.
De adventstijd is een periode van vier weken "verwachten".
Wij verwachten de komst van Jezus.
Daarom was ik zo blij met die zucht van die oude predikant:
"Hij verwacht me".
Verwachten wordt dragelijk wanneer Hij het onderwerp is. Het gaat uiteindelijk om Hem.
Dan wordt "ik" het lijdend voorwerp.
Echter, verwachten wordt ontdaan van z'n "lijden" wanneer deze energie zich richt op Hem.
Na lang wachten ben ik uiteindelijk aan het leren dat ik het gelukkigst ben om te leven voor één dag tegelijk.
Voor deze ene dag verwacht ik dat de Heer me bij zal staan en ik vraag Hem dan ook dat ik tot zegen zal zijn voor de mensen om me heen.
De zorgen van morgen zijn voor morgen. Morgen zal de Heer weer nieuwe kracht schenken.
Grappig, 's nachts is vaak m'n tijd dat ik de meest vruchtbare plannetjes maak.
En vervolgens maar wachten, hoe het uit zal pakken.