Op mijn weg door de wijk zie ik ineens een tuin waar de allermooiste roos staat.
Een kleur die niet te omschrijven is, oranje rood, maar de ware schoonheid bewaart voor diegene die haar zien.
Om de hoek zie ik een meisje op een fiets mij tegemoet komen. Nog wat onwennig fietst zij enigszins slingerend op het voetpad. Achter haar een vrouw, op enige afstand van wie ik denk dat het haar moeder is. Ze groet mij vriendelijk, en ik groet haar terug.
Ik ben wat in gedachten en zie dan hele stukken niet van de weg die ik loop.
Ben meer met mijn gedachten bezig, over een andere blog.
Ik zie tussen de huizen door hoe vanuit het westen de zon de wolken beschijnt, net naast een strook blauwe lucht. Ik voel enkele losse druppels regen maar de lucht is net opgeklaard dus verwacht ik geen grotere hoeveelheden.
Bij het perkje zie ik drie witte vlinders om elkaar heen dartelen. De losse druppels raken de planten, bijen vliegen om de kleurige bloemen heen. De kleuren zijn nog mooi, zo ver in het seizoen. Ik zie hoe voor mij de dreigende donkere lucht zich verwijdert in oostelijke richting.
De zon schijnt boven mij, ik voel de warmte. Ik heb mijn jas aan.
In de straat liggen de overblijfselen van wat eens een dakraam was op de aanhanger van een auto, met enkele dakpannen daarnaast. De spijkers steken door de latten.
In het park geeft een klein kind de eendjes brood. De moeder zit gehurkt naast hem, of haar, ik kan het niet goed zien.
Ik zie een leerling van de laatste school waar ik les gaf, hij bezorgt de kranten in de wijk. Hij komt naar mij toe gefietst en we praten even. Hij wil mij een krantje aanbieden, maar ik ga niet op zijn vriendelijke aanbod in.
De tijd stil zetten, dat is wat ik de afgelopen week heb gedaan.
Gewoon even pas op de plaats maken.
Soms is het goed om gewoon even waar te nemen wat er is, even stil te staan.
Dat is wat patiënten na een ziekte ook te horen krijgen, rustig aan doen om te herstellen.
Hoewel ik niet ziek was, had ik het gevoel dat ik even stil moest staan.
Want mijn lijf gaf aan even te stoppen met wat ik aan het doen was.
Ik wil alleen doen waar ik op dat moment behoefte aan heb, goed te luisteren naar wat mijn lichaam mij zegt.
En dat doet wonderen.
Ben weer helemaal opgeknapperd