Blog
Hooggevoelige jongetjes
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
02-11-2013 15:12 | bekeken:
1034 | funked:
1 | reacties:
4
Een paar weken geleden was het nog een prachtige zonnige najaarsdag. Vier van onze tien kleinkinderen logeerden bij opa en oma. Aan het eind van de middag baggerden we door het zand van de Soester Duinen om onze auto op te zoeken. Ik liep met één van m'n kleindochters, hand in hand. Een trots gevoel nam bezit van me, toen ze zei: "Toe opa, vertel nog eens één van die verhalen van vroeger, dat vind ik zo leuk......"
M'n moeder was een hooggevoelige vrouw, één van de jongste meisjes uit een groot bakkersgezin. Haar vader en moeder heb ik nooit leren kennen. Ze waren al gestorven voordat ik geboren werd.
De tien jaren dat ik het lager-, en later het voortgezet onderwijs volgde, heb ik mezelf altijd als een "dromer" ervaren. Het kostte me dikwijls de grootste moeite om het onderwijs te volgen. De overgang van school naar de maatschappij verliep allesbehalve vlekkeloos.
Eerst een paar maanden bij m'n vader op kantoor. Vanuit een gevoel van perfectionisme kwam daar weinig van terecht. Ik solliciteerde bij Wehkamp, een bekend postorderbedrijf. Daar hield ik het een half jaar vol. Ik mocht de correspondentiebrieven tikken onder leiding van de heer Welker. Het heette dan: gerechtelijk vervolgingsbureau Welker, bedoeld voor de mensen die hun rekeningen niet op tijd betaalden. Ik lag in de clinch met m'n afdelingschef omdat ik geen zin had de geijkte standdaardzinnen te tikken.
Ik solliciteerde naar een baan bij een administratiekantoor in Zwolle waar ik het een paar maanden vol hield.
Ik plaatste m'n eerste kontaktadvertentie bij de Zwolsche Courant. Ik wilde een meisje ontmoeten. In de advertentie liet ik opnemen, dat ze "een kind van de Heer" moest zijn. Ik wilde geen ongelovig meisje. Brieven onder nummer.....
Toen bestond er nog geen funky fish en helemaal geen flessenpost.
Ondertussen liet ik me "stiekem" dopen bij een evangelische gemeente in Zwolle omdat ik overtuigd was dat de doop door onderdompeling, nadat je tot geloof was gekomen, de enige juiste doop was.
Met een paar maanden hield ik het voor gezien bij dat kantoor; veranderde van baan en solliciteerde bij machinefabriek Schotkamp in Zwolle. Was ik bij m'n vorige werkgever nog in de kost, nu ging ik écht een kamer huren bij een hospita, de dames Palmbos die woonden in de Westerstraat nabij het station.
Thuis, in het veilige dorp waar ik opgroeide, was de bioscoop verboden terrein. Maar nu ging ik zelfstandig naar de bioscoop. De eerste film die ik daar zag, heb ik nooit meer vergeten: "Das Grabmal einer gröszen Liebe ". Wat een wereld ging er voor me open.
Op het kantoor van machinefabriek Schotkamp werd ik opgeleid in de loonadministratie. Misschien werkten er wel vijftig man personeel. Wekelijks kregen alle werklui hun salaris in een zakje mee naar huis. Eens moest ik naar de bank om enkele duizenden guldens op te halen voor de salarissen. Ik herinner me nog hoe ik op de fiets volop fantaseerde in de trant van, als ik er nou eens "van door" zou gaan met al dat geld, hoe zou ik dat aanpakken om niet gesnapt te worden. Gelukkig bleef het bij de fantasieën.
Wat was het leven een zware opgave om je plek te vinden. Eigenhandig zocht ik kontakt met een psychiater om wat hulp en steun. Het bleef beperkt tot één of twee bezoeken.
Na een half jaar Schotkamp solliciteerde ik bij Bethesda Sarepta aan de Hazepaterslaan 26 te Haarlem, een dependance van "Meer en Bosch", waar zwaar epileptische kinderen verzorgd werden. Het sterfbed van Fransje maakte diepe indruk op me, een leuk joch van misschien zes jaar. De zware epileptische aanvallen overleefde hij niet.
Soms was de werkvloer een beangstigende wereld wanneer er druk gefluisterd werd over enkele collegaas die de homo-kant opgingen.
Zelf deed ik steeds ijverig m'n best om een leuk meisje aan de haak te slaan.
"Krijgen zou wel gaan; houden was de kunst". Soms vond ik een leuke meid beneden m'n stand; snotneus die ik was.
Tsja, het leven van een hooggevoelige jongen was verre van eenvoudig. Het begrip "hooggevoeligheid" was in die tijd nog niet zo bekend; eerder sprak men van "overgevoeligheid". Uiteindelijk ben ik toch nog redelijk "volwassen" geworden. We hebben vijf prachtige kinderen ('t zijn nu geen "kinderen" meer), maar ik ervaar bij een paar van m'n kinderen dat ze nog altijd moeten knokken om hun leven op de rails te houden. Dat hebben ze niet van een vreemde.