Blog
Gender verwarring
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
19-07-2013 11:55 | bekeken:
1488 | funked:
0 | reacties:
2
Ik ben opgegroeid in een eenvoudig middenstandsgezin.
M'n ouders waren hardwerkende mensen met weinig opleiding.
Ongeveer om de vier jaren werd er een kleintje geboren.
Ik was de derde jongen en ik had eigenlijk een meisje moeten zijn.
Vier jaren later kwam er als hekkensluiter alsnog een zusje.
M'n moeder was een hooggevoelige vrouw. Dat werd me pas vijftig jaren later
duidelijk toen deze aanleg in literatuur benoemd werd.
Van foetus naar boreling droeg ik gedurende negen maanden
in m'n genen het verlangen van m'n moeder, de hoop dat er een meisje
geboren zou worden.
Ik kreeg de naam Willem Anne. Als opgroeiende peuter hoorde ik m'n moeder
dikwijls een eigengemaakt melodietje zingen: "Willem van Oranje Nassau,
die ik hebben wou, die ik hebben wou."
Zij was een schat van een vrouw en op deze manier compenseerde ze
haar eigen tegenstrijdige gevoelens.
Na zeventig jaren heb ik nog steeds het gevoel dat m'n vrouwelijke genen
sterker ontwikkeld zijn dan m'n mannelijke genen.
In ons gezin werd bijna nooit gepraat: een doorsnee calvinistisch gezin
waar uiteraard de mannen de lakens uitdeelden.
M'n moeder deed gedwee haar hele leven alles wat m'n vader van haar
verlangde. Wanneer je aan tafel een brutale opmerking maakte,
dan kon je een klap om je oren krijgen.
Dat overkwam je één keer en later keek je wel uit.
Toen ik twaalf, dertien jaar was had ik nog geen idee
hoe kinderen geboren werden. Ik werd volslagen overrompeld
door een natte droom en fietste naar een naburig stadje en kocht een boek
van P.J.F.Dupuis, één van de eerste protestants christelijke sexuologen,
met de titel "Uw lichaam een tempel".
"Stuur de rekening maar naar m'n ouders".
Later heb ik nooit meer iets gehoord over de toegestuurde rekening.
Moeder leed onder de dominantie van m'n sterke vader
die het vanuit zijn opvoeding ook niet beter wist.
Ik was amper zeventien jaren oud toen ik m'n ouderlijk nest ontvluchtte.
Ik wilde op eigen benen staan.
Binnen één jaar had ik er twee banen in Zwolle opzitten
en daarna ging ik in een grote instelling werken met epilepsie-patiëntjes.
Er werden heel wat gefluisterde opmerkingen gemaakt
over een paar verpleegkundigen die "homo" waren.
Ik werkte in Haarlem en toen ik bij een hertenkamp aan de Haarlemmerdreef
wandelde vroeg een vriendelijk ogende heer of ik zin had hem een keer op
te zoeken. In een flits had ik de gedachte: "Dat is een homo", en die gedachte
ging gepaard met een sterke sexuele opwelling.
Het speelde zich af in fracties van seconden.
Ik liet de man staan waar ie stond en ging er snel vandoor,
echter in volslagen verwarring. Zou ik misschien óók een homo zijn?
De volgende dag had ik vrij en die avond laat fietste ik van Haarlem
naar Oud Leusden waar een evangelisch echtpaar woonden,
die ik een jaar eerder had leren kennen.
De hele nacht fietste ik door. En rond vier uur 's morgens werd ik
aangehouden door een politieagent.
Op m'n eerlijke gezicht mocht ik doorfietsen.
Ik kwam aan bij ome Kees en tante Corrie die meteen een logeerbed
voor me klaar hadden staan.
Die volgende ochtend was m'n mond op slot gevallen;
ik durfde helemaal niets te vertellen.
Achteraf heb ik geleerd dat je deze verwarrende gevoelens
kunt aanduiden met "gender-verwarring".
Dat kan onderdeel zijn van een heel normale ontwikkelingsfase.
Ik werd afgekeurd voor militaire dienst en dat vond ik niet erg.
M'n sterke interesse voor leuke meiden ben ik nooit kwijt geraakt.
Als een rode draad door m'n leven was daar altijd de bewarende
hand van God die me voor onheil behoedde.