Roken als een Ketter

Naast mij zit een vrouw die rookt als een ketter.
Ik word levend geconserveerd en mijn brains geprikkeld..

Roken als een ketter. Zou dat een test zijn geweest in vroeger tijden? Hoe meer rook op de brandstapel, hoe hoger het kettergehalte?
Zoals bij de heks. Als ze zonk was ze geen heks, als ze bleef drijven was ze heks.
Dat is even een dwarsstraat.
Die ga ik uitleggen.
Bij de heksenproef werd de van hekserij verdachte onderworpen aan de zink en drijftest. Maar door haar laagjeskleding bleef ze meestal drijven.

Terug naar de ketter.
Als de ketter niet rookte had hij evenveel geluk als de gezonken heks, die door te zinken geen heks bleek te zijn
En dan nog een gedachtensprong: hoe zat dat met de ketters. Waren dat de goeden die door de slechten werden verbrand? Of waren ze slecht en ontfermden de goeden zich over hun zielenheil door de loutering van het vuur?

Vanwaar mijn belangstelling voor deze duisternis?
In een vorig leven was ik heks. Onderworpen aan de heksenproef.
(Mogelijk een ketterse gedachte, dat vorige leven)
Ik bleef drijven, waardoor ik alsnog aan de ketterproef moest. Dubbel pech, want door de waterproef wilde ik niet branden en bleek alsnog geen ketter.
Wel een heks, verdacht van zinsbegoocheling, toverij en andere duistere praktijken.
Ai, bepaalde trekjes raak je ook in de loop van meerdere levens niet kwijt.

De uitkomst van deze brainmove: ik, veel heks, weinig ketters.
Terwijl ik mezelf nogal ketters vind. Absoluut niet goedgelovig, met neigingen tot hekserij: Mijn fantasie. Soms verlies ik de greep.

En de moraal?
De waarheid is nog niet zo eenvoudig te achterhalen
En daarmee drijft dit hele verhaal op losse schroeven...