Blog
Geliefde van een Koning; Vallende Zon
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
16-06-2012 18:41 | bekeken:
978 | funked:
0 | reacties:
1
Zij is enkel bekend als de Dame van de Citadel, op een eiland ver van hem. Ofschoon hij haar kende, haar liefhad, dagelijks aan haar dacht, was ze niet bij hem. Toch riep hij haar elke ochtend en elke avond, vanaf de hoogste toren in zijn stad. Van zijn herinneringen aan haar maakt hij een laaiend vuur, daar op de toren, welke hij ontstak met een vuurstenen dolk, gedoopt in bloed dat hij voorzichtig uit zijn hart liet tappen door zijn chirurgijnen. Zo was het mijlen verder te zien is, als zij vanuit de citadel over de zoute zee uitkeek. Meer mocht het niet zijn. Overigens is dit niet een verhaal dat in deze wereld plaatsvond, maar in de wereld die achter deze schuilgaat en voor velen verborgen is en voor vele anderen gesloten.
Zij had hem lief en was kennende haar hart, kennende haar liefde voor hem. Maar de twijfel of deze liefde genoeg zou zijn deed haar elke ochtend en avond controleren of de vesting goed en zonder gebreken was en de wachters alert bleven. Omdat ze haar eigen hart en het zijne wilde waarborgen voor een valse vrede. Ze was niet zeker van zijn ambities, ze durfde niet te vertrouwen op een gezamenlijke toekomst. Hij bleef elke ochtend en avond roepen en ontstak elke ochtend het vuur van hoop en elke avond hoorde zij zijn klaagzang als het vuur voor de nacht ontstoken werd. Het was niet altijd zo geweest.
De zee die de Citadel en de stad scheidde, heeft haar bestaan ontleend aan een tweezijdige nederlaag. Toen zij elkaar leerden kennen, was het land nog één, de grond jong. Zij had een krachtige en onbeschrijfelijk mooie vesting, de waarlijk begerenswaardige Citadel. Hij was een Meester-Veldheer die haar vesting ooit belegerde. De buitenmuren waren na enkele dagen beslecht, maar het kasteel binnenin bleek echter onneembaar. De sleutel kreeg hij nooit in handen, ook niet toen hij haar een blanco concordaat voorlegde waarvan hij bezwoer dat zij deze evenveel zou bepalen en beschrijven als hij. Een wijze krijgsmeester stelde ooit; 'Een stad innemen, maar haar bevolking afslachten, een halve overwinning. Zowel de stad als haar bevolking innemen, de totale overwinning.' Deze wijsheid bleek echter niet genoeg om de liefde van de Dame van de Citadel te winnen. Het was millennia later, in de eerste wereld, dat een andere militaire grootheer tot inzicht kwam en dit weerlegde toen hij verklaarde dat de Liefde niet te duiden was, maar een levend wezen dat niet overwonnen kon worden. Hij die horen wil, hore. En de Liefde is onverbiddelijk. Het accepteert enkel een totale overwinning.
Toen de Meester-Veldheer begreep dat de Dame van de Citadel zich niet zou overgeven, wist hij dat er geen totale overwinning mogelijk was. Als de vesting niet het vertrouwen had dat haar bevolking gespaard en omarmd zou worden, zou zij nog liever sterven. Met allen in haar. De Meester-Veldheer begeerde de vesting met alles wat in haar was te nemen en achtte zelfs elk ornament even kostbaar als zijn leven. Wetende wanneer wél te vechten, maar ook wanneer níet te vechten, trok de Meester-Veldheer zich terug. Tijdens de mars naar zijn thuisstad, weende de Meester-Veldheer onophoudelijk. Ook de Dame van de Citadel weende, omdat er geen vrede was, enkel de eenzaamheid en de verwoesting na de terugtrekking. De tranen die de Meester-Veldheer en de Dame van de Citadel en hun volken vergoten werden zo talrijk, dat na jaren het land volledig onder water gelopen was. Enkel de citadel op haar hoge rotsen en de hooggelegen stad met zijn hoge muren bleven het lot te verdwijnen bespaard. Echter heerste er grootse armoede.
Toen er vele jaren voorbij waren gegaan, besloot de Meester-Veldheer zijn koning te benaderen om hem deze kwestie voor te leggen en om raad te vragen. Deze koning, welke een heerser over vele landen, legers en volkeren was, daalde neer in het allerheiligste van de veldheer om hem van zijn raad en wijsheid te voorzien. Toen de Meester-Veldheer met zijn koning alleen was, daar in zijn allerheiligste knielde Hij. Na een tirade van tranen en wanhoop vroeg hij de koning waarom de Dame van de Citadel de vrede toch niet wilde ondertekenen. Waarom zij haar vesting niet wilde overgeven. Waarom zij niet overtuigd was van zijn eerbaarheid.
De koning pakte enkele oude geschriften te voorschijn, die de geschiedenis van de stad van de Meester-Veldheer bevatten, sloeg deze open en legde hem daarnaast enkele kaarten voor. 'Laat ons bij het begin beginnen.', zij de koning, wijzend op een hoofdstuk en een kaart van oude tijden. De koning sloot zijn ogen, nam de handen van de Meester-Veldheer en sprak dat er gezien en gehoord mocht worden. Het is zo dat toen het allerheiligste van de Meester-Veldheer instortte. De muren, de altaren, zelfs de relikwieën van zijn vele overwinningen verwerden tot stof en water. Het is de overlevering dat de Meester-Veldheer in handen van de koning meegenomen werd naar het etherale, het onbekende in de tijd van de Vallende Zon.
Geliefde van een Koning; Vallende Zon v.C. NPFSS
-word vervolgdt-