Dit jaar zit ik vijfentwintig jaar bij mijn baas, in die jaren heb ik verschillende sterke verhalen meegemaakt en gehoord.
Prachtig materiaal voor een blog dacht ik zo.
Onze firma bezat vroeger in de binnenvaart drie vrij grote duwboten, zusterschepen.
In de tachtiger jaren lagen deze boten meestal bij Dormagen (Keulen) voor de kant, voor het verplaatsen van duwbakken of af en toe een reisje.
Uit deze tijd stamt dit verhaaltje.
Piet, een Brabantse matroos had deze week wel heel veel zin in de torn, het was de tijd van karnaval en dat is in Duitsland erg gezellig, Piet hield wel van een feestje en hij had zelfs een speciaal pak meegenomen naar boord.
Rinus en Klaas waren de kapiteins van twee van de duwboten, en Rinus had s'middags zijn duwboot alvast van de binnenkant naar de buitenkant verhaald zodat hij de volgende dag gelijk weg kon varen zonder de bemanning van de duwboot van Klaas en Piet te hoeven storen, dezen konden zich dan volop in het feestgedruis storten.

De volgende dag konden ze dan lekker hun roes uitslapen.
Na een hele nacht feesten was Piet s'avonds weer naar boord gestrompeld eenmaal aan boord gekomen bleek de hele boot afgesloten te zijn, de andere mannen waren blijkbaar al terug en hadden alles op slot gedaan zonder te controleren of Piet al weer aan boord was.
Wat nu?
Gelukkig was de achterpiek nog open, een hok waar de bemanning de etenswaren opsloeg, Piet deed het luik open en tussen de aardappels viel hij in slaap.
De volgende morgen werd Klaas uit zijn bed geklopt door iemand van het bedrijf waar ze voor voeren, hij moest kantoor even bellen.
Een beetje sacherijnig van de kater maar ook nieuwsgierig belde hij op.
Kantoor wilde graag dat Klaas contact zocht met Rinus, die s'morgens vroeg al vertrokken was en al vier of vijf uren onderweg was.
Na een half uur had hij hem eindelijk te pakken (mobieltjes waren er nog niet).
“Goedemorgen Rinus, je had wat te melden hoor ik?”
“Goedemorgen Klaas, ik vaar nu langs de Lorelij.
“Bij mij in het stuurhuis staat een marsipulami.

“Die heeft onze matroos vanmorgen in de achterpiek gevonden toen hij aardappelen wilde gaan schillen.
“Wij vermoeden dat hij van jullie is”.
Piet heeft helaas de rest van de week in zijn marsipulami pak rond moeten lopen.