Blog
Vroeger, toen Jan nog leefde
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
27-10-2011 23:11 | bekeken:
946 | funked:
0 | reacties:
0
Murw geslagen ben je; volkomen murw.
Wanneer je 's ochtends wakker wordt,
grijnst de nieuwe dag als een loodzware opgave je tegemoet.
Je sluit nog enkele minuten de ogen in de hoop de slaap weer te kunnen vatten.
Maar tevergeefs.... dat lukt niet meer.
Kon je dat negatieve zelfbeeld, dat je van jezelf hebt,
nou maar even naast je neer leggen.
Verstandelijk weet je feilloos hoe het allemaal zou moeten.
Maar van binnen heb je een strijd te voeren, die je, met alles wat in je is,
voor de buitenwereld verborgen probeert te houden.
Bij wie vind ik licht?
Waar vind ik kracht?
Werktuigelijk schiet je in je kleren.
Een nat washandje over je gezicht
en je sjokt de keuken in om een ontbijtje klaar te maken.
Als je het nieuws aanzet, dan word je daar ook niet vrolijk van.
Vroeger, toen Jan nog leefde
en de kinderen thuis woonden,
het lijkt wel een eeuwigheid geleden.
Ja, toen .............. wat stond ik toen toch anders in het leven.
De kinderen zie je ook niet al te veel.
Och, je snapt het ook wel...........
wie vindt het nou leuk om bij zo'n depressief mens op bezoek te gaan.
Hoe heeft het zover kunnen komen dat je zo over jezelf bent gaan denken.
Selffullfilling prophecy noemen ze dat.
In de achterliggende jaren heb je heel wat zogenaamde zelfhulpboeken gelezen,
die je een betere toekomst voorspiegelen.
Je hebt van alles geprobeerd tot yoga aan toe.
Die dagelijkse deken van somberte is alleen maar zwaarder geworden.
Nu de herfst is aangebroken schrik je terug van al die lange avonden die komen.
Gelukkig kun je nog terugvallen op een WAO-uitkering.
Onlangs werd je opgeroepen voor een medische herkeuring.
Eigenlijk zou je nu voor dertig procent weer aan het werk moeten.
Tijdens de koffie komt de gedachte bij je op:
Misschien, misschien, misschien
moet ik toch weer eens naar m'n ouwe kerk van vroeger gaan.
Na het overlijden van Jan ben je er nog twee, drie keer naar toe geweest,
maar alles was je toen teveel en uiteindelijk ben je helemaal weggebleven.
Dat is nu al weer bijna zeven jaar geleden.
Dertig jaar is het geleden toen je voor in de kerk
met twaalf anderen belijdenis van jouw geloof aflegde.
De gedachte laat je niet meer los.
Misschien toch maar doen, gewoon weer eens naar m'n ouwe kerk terug gaan.
Me weer onder de mensen bewegen.
Zouden ze nog uit hetzelfde liedboek van vroeger zingen?
En terwijl je verder denkt..... liedboek, zingen, ja, wanneer zing ik eigenlijk nog?
Een versregel schiet je te binnen:
'Voed het oud vertrouwen weder....'
Zou het mogelijk zijn terug te vinden wat ik ben kwijt geraakt?
Je weet het nog wel, van toen, als klein meisje,
de verhalen van de goede Herder
en die van Jezus in het scheepje, toen het zo stormde op het meer.....
De gedachte die bij je rijpt om op zondag weer eens te gaan,
neemt steeds vaster vormen bij je aan.
Ik ga het gewoon doen. Ja, echt, ik doe het.
Een andere versregel komt bij je boven:
'Maar de Heer zal uitkomst geven....'
Voelde ik me twee uren geleden nog zo somber,
een sprank van hoop overweldigt m'n ziel.
Een aarzelende zonnestraal komt m'n venster binnen vallen.
Die naargeestige deken van somberte lijkt wel te verschrompelen.
Als ik die ochtend door de gang van m'n huisje loop,
kijk ik onwillekeurig in de spiegel.
Ik houd enkele seconden m'n blik vast terwijl ik mezelf hoor zeggen:
'Ja, ik doe het écht, zondagmorgen in de kerk!'