In audiëntie bij de Allerhoogste

Trouwe Vader in de hemel,
Als een moede pelgrim kniel ik aan uw voeten neer.
Bij U, de hoogheilige; Gij die hoogverheven zijt.
Lieve God en Vader, ik zoek U in eenvoud.
Ik vind niet de juiste woorden
- alsof U daarvan afhankelijk zou zijn -
Een verslagen geest veracht Gij niet, o God.
U, die Zich geopenbaard hebt in uw lieve Zoon,
in Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van de Vader.
Want zo immers hebt U Zich geopenbaard aan de mensen.
Het waarachtige licht, dat iedere mens verlicht,
was komende in de wereld.
Zoals U Zelf gesproken hebt toen U nog op aarde was:
'Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen
de enige waarachtige God en Jezus Christus die Gij gezonden hebt'.
Ik heb U niet tevergeefs gezocht, o mijn God.
U hebt Zich laten vinden als de God van mijn jeugd,
en ook nu, nu ik oud geworden ben, hebt U me niet verlaten.
Een goede vrouw, kinderen en kleinkinderen zijn mijn deel geworden.
Doch nochtans mijn God en Vader,
bij Wie vind ik meer vervulling dan me te bevinden in uw tegenwoordigheid?
Hergeef me de blijdschap over uw heil.
Neem uw goede Geest niet van mij af.
Doorgrond mij, en ken mijn hart, o Heer.
En leid mij op de eeuwige weg.
Mijn God en Vader, ik heb uw woorden vele malen overdacht.
Uw Woord is mij tot troost en sterkte geweest.
Telkenmale hebt U Zich laten vinden;
ten tijde dat ik U zocht, hebt Gij uw gelaat niet van mij afgewend.

Trouwe Vader in de hemel,
uw beeltenis vind ik in de omgang met mensen,
mensen die geschapen zijn naar uw beeld en gelijkenis.
Soms zijn uw woorden diep verborgen in mijn eigen hart.
Een andere keer herken ik uw boodschap
als ik in gesprek ben met m'n broeder
of soms, zo maar met een mens die ik 'toevallig' tegen kom.
Nooit raak ik over U uitgedacht.
Gij zijt Geest, en wie U zoeken, zoeken U in geest en in waarheid.
Ternauwernood kan ik bevroeden de reikwijdte van deze woorden.
Bij U is geen aanziens des persoons.
Een verbroken hart veracht Gij niet, o God.
Ik laat mij koesteren door de warmte van uw nabijheid.
Af en toe kan ik de vreugde van het kennen van U
delen met mijn broeders en zusters.
U te kennen, o mijn God, is mijn hoogste vreugde.
Laat een gewillige geest mij schragen.
Maar al te goed ken ik mijn dwaalziek hart.
Wend uw aangezicht niet van mij af.
Dan zal ik uw Naam belijden temidden van m'n broeders.
Geprezen zijt Gij, J H V H
Geprezen zij uw Naam voor eeuwig en altijd!