Ik wacht al zo lang op jou

Mijn kind, Ik wacht al zo lang op jou.
Ik heb heel dikwijls bij je aan de deur geklopt en je deed niet open.
Op de een of andere manier schijn je het de laatste maanden erg druk te hebben.
Ik heb je gemist.
In het algemeen gesproken was je steeds heel open naar Mij toe.
Ik mocht alles van je weten, de mooie dingen uit jouw leven
maar ook de verdrietige -, die dingen uit jouw leven die nog niet "af" waren.
Ik kon het erg in jou waarderen dat je steeds zo'n open boek voor Me was.
Je zult ongetwijfeld gemerkt hebben dat ik veel om je geef.
De mysteries van zonde en verlossing zijn diep doorgedrongen
tot in jouw ziel en geest.
Gedurende die lange jaren ben je steeds ontvankelijker geworden voor het werk
van mijn heilige Geest.
Spontaan, zoals je bent, heb je steeds het gemis aan een levenspartner,
met Me gedeeld.
Ik heb je gemaand om een beetje geduld te hebben en Ik dacht dat het bij je landde.

Gedurende een lange reeks van weken is het stiller om je heen geworden.
Geleidelijk aan ben je je steeds meer aan het terug trekken vanuit mijn nabijheid.
Behalve jouw liefde en toewijding was je ook geneigd om over Mij te denken
naar jouw eigen menselijke maatstaven en allengs vervreemdde je enigszins van Mij. Het lijkt er op dat jij je eigen weg bent gegaan
en je voor Mij niet meer bereikbaar bent.
Ik sta aan de deur van je hart, en Ik klop.....

Ben je me soms vergeten?
Ik ben niet zo dat Ik met geweld bezit van jouw hart wil nemen.
Ik kan je alleen bereiken als Ik toegelaten wordt.
Waar wacht je nog op?
Wat houd je tegen?
Denk je dat die sores uit het verre verleden voor Mij een onoverkomenlijke hindernis zijn? Je zou toch beter moeten weten.
Je gaat het gesprek tussen ons uit de weg.
Jouw bijbeltje ligt al lange tijd onaangeroerd.

Ik wil graag dat je weer tijd voor Mij inruimt.
Vertel Me wat je dwars zit.
Ja, natuurlijk, Ik ben God en Ik weet het allemaal al.
Maar Ik wil het van jezelf horen.
Partners en vrienden, die zich voor elkaar verstoppen,
vervreemden op de duur van elkaar.
Zo is het ook in de omgang met Mij.
Als jij je niet onvoorwaardelijk aan Mij toevertrouwt, dan kan Ik je niet meer bereiken.
Die schijnbaar onoverkomenlijke hindernissen die je met je meezeult,
die zijn voor Mij niet te groot.
Ik ga er mee aan het werk.
Tweeduizend jaar geleden ben Ik Zelf mens geworden om je te kunnen begrijpen.
Wil je het weer met Me wagen?