Blog
Het hijgend hert
Door datingsite- en communitylid
Blauwtje
23-05-2011 19:43 | bekeken:
1197 | funked:
0 | reacties:
0
Een schot klinkt, hij is veroordeeld. Levenslang. Gewond.
Zwaar gewond zakte hij moedeloos ineen, hij schreeuwde naar wie voorbij liep "hoor mij hoor mij! Zeg me dat ik okay ben, dat je van me houdt!" maar hij riep naar de verkeerde mensen. En ze kwamen voorbij, gaven hem een aai op zijn bol en liepen verder. Hij voelde zich even beter. Maar niet even later voelde hij de pijn opnieuw. Scherper, indringender. En hij riep harder "hoor me! Zeg me dat ik er mag zijn! Zeg me dat je van niemand meer houdt dan van mij!" maar hoe vaker hij riep hoe meer mensen met een boog om hem heen liepen. Bang om opnieuw geconfronteerd te worden met de schaamte van de verwonding. Spijt hadden dat ze hem ooit een aai over de bol hadden gegeven. Misschien was een schop onder de kont beter geweest.
En nog steeds roept hij. Ik ben doof geworden voor zijn geroep. Ik zie hem wel, maar ik ben blind voor zijn zure blik van verachting. Voor de veroordeling die hij over mij uitspreekt, omdat ik weiger hem een aai te geven, een makkelijk antwoord, een "komt wel goed, schatje." Want ik weet het niet.
Als ik hem zie, dan denk ik aan dat hert. Amechtig hijgend, geconfronteerd met de dood. Het hert wacht tot hij intreedt. Het bloed stroomt en doet de sneeuw smelten. Aangereden. En alsof ik de film net nog heb gezien herhaalt zich in slow motion die scène uit "The long kiss goodnight" voor mijn geestesoog. Het lijkt zo wreed maar het arme dier wordt uit zijn lijden verlost.
Zou er ook een manier van verlossing zijn voor deze wanhopig schreeuwende man? Hij heeft zoveel pijn, zijn ziel is gekneusd, hij zit onder de blauwe plekken: nog even en hij vergaat aan zijn verwondingen. Hij zoekt liefde op de verkeerde plaatsen, hij wil waardering maar zoekt deze bij mensen die hem niet kennen. Het lijkt zo een goede manier. Een snelle fix. Een shotje, een illusie. Alles om van de pijn te zijn verlost.
Maar het is maar voor even. De pijn gaat niet weg, de pijn is slechts verdoofd. De verdovende middelen zijn verslavend. Instant aandacht. Een liefkozing van een vreemde vrouw. Maar niemand dringt door tot in zijn ziel. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks: hij roept, hij schreeuwt, hij schopt tegen schenen, hij roept halve waarheden, hij krijgt visioenen en meent dat hij de laatste der Mohikanen is. Maar in plaats van dat hij krijgt wat hij nodig heeft, dat hij krijgt wat hem geneest, houdt hij de wonden open. Omdat hij niet doet wat er moet worden gedaan. En het lijden duurt langer dan het nodig is.
Vroeger was ik ook een hijgend hert. Ik werd bejaagd en ik werd beschoten. Ik rende me suf en ik was bang dat ik ineen zou storten. Zou bezwijken. En het onvermijdelijke gebeurde: ik bezweek. Maar er was hoop. Er was een bron van levend water, frisse stromen van vernieuwing. Mijn ziel sprong op. Mijn identiteit lag niet in het bang zijn en op de vlucht zijn. Zelfs al waren de jagers nog zo dichtbij gekomen.
En daarom verzamel ik moed. Moed om tegen de schreeuwende man te fluisteren. "Zoek je heil niet bij de mensen, je identiteit is niet afhankelijk van wat anderen van jou vinden. Wees stil, en luister naar wat de Vader der lichten je geven wil." En misschien zingt hij dan op een dag met me mee:
'Evenals een moede hinde
naar het klare water smacht,
schreeuwt mijn ziel om God te vinden,
die ik ademloos verwacht.
Ja, ik zoek zijn aangezicht,
God van leven, God van licht.
Wanneer zal ik Hem weer loven,
Juichend staan in zijn voorhoven?'