Blog
Wilde zwijnen en verhalen
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
09-05-2010 03:32 | bekeken:
783 | funked:
0 | reacties:
0
In het donker, over de regionale weg. De cadans van de witte strepen op het wegdek speelden met de maat van de muziek. De wind door het open raampje met zijn haar. Inderdaad, hij had gedronken. 'Pas op voor beren op de weg.' Maar eigenlijk was hij heerlijk ontspannen. Hij zuchtte diep.
Teveel ervaring, of juist een achteloosheid voor de waarschuwingen van overheid, ouders, vrienden. Teveel principieel gereutel had het collectief opgelegde geweten in hem doen verstommen. In zijn optiek was het te bizar voor woorden. Mensen die stil zijn als ze teveel terug krijgen bij het afrekenen, stonden altijd vooraan om te schreeuwen dat dit toch echt niet kon. En dan principieel hem uit de auto houden. Dreigen de politie te bellen. Hij had haar recht aangekeken. 'Zeg er maar bij dat ik een blaastestje wil doen en meld dan gelijk even dat ik er doorheen kom.'
Na enige opschudding onder de gasten had haar verantwoordelijkheidsgevoel haar ineens doen besluiten dat dit dan toch echt maar moest gebeuren. Tot zijn verbazing arriveerde de politie binnen tien minuten. Een ironisch lachje maakte zich van zijn binnenkant meester. Nee, drinken en rijden, dan is de politie direct paraat. Logisch, iemand die bedreigd wordt met een mes op zijn strot levert geen centen op. Of heeft geen prioriteit. Eén van de twee.
Zijn vriend naast hem lachte toen het gezelschap de agent op hoge toon uitlegden wat hij van plan was. De agent kwam op hem toe. 'Hoeveel?', was de vraag. Verbazend altijd, hoe de heren agenten het talent hadden om mensen al voor een fatsoenlijke kennismaking tegen zich in het harnas te jagen. 'Sorry?'
'Hoeveel heeft u gehad jongeman?' Hij keek de agent even aan, alvorens te antwoorden. 'Twee dingen, een begroeting begint met goedenavond en u mag mij met meneer aanduiden, heer agent.' Een schuin lachje op het gezicht van de diender. Niet een lachje dat weergaf dat dit de juiste manier was, maar een lachje dat de arrogantie van de gemiddelde diender van tegenwoordig duidelijk weergaf. Manieren naar de burger? Die zijn allang niet meer nodig sinds het zero-tolerance beleid. 'Zullen we even blazen?' Een zucht ontsnapte hem. 'Prima, gaat u maar voor.' De agent draaide zich weer richting hem. 'Zijn we bij de hand vanavond?' Hij vroeg er gewoon om.
'Nee hoor, gewoon bij ons verstand. Als u me even laat blazen, kan ik naar huis en u kunt ophouden met het neerpraten op een meneer die graag naar huis gaat na een geslaagd feestje, omdat hij moe is.' Zijn vriend was altijd al goed geweest in het verbergen van zijn lach.
Het apparaatje. Een ongelooflijk onbetrouwbaar ding, maar zolang agenten erin geloven, denkt men dat dit over zal slaan naar mensen die voor hun werk wel kritisch moeten denken. Het meest vervelende is de agent die erbij staat en je gaat motiveren om door te blazen. Alsof hij gek is. Hij wil nog wel thuiskomen vanavond. Gewoon gefaseerd zo weinig mogelijk door het tuitje laten gaan, totdat het apparaatje een kip nadoet.
Een twintig minuten later is hij hier. Op de weg, richting huis. Zijn vriend kijkt net als hij over de weg voor zich uit. 'Ben je nog kwaad?' Hij zwijgt even. 'Nee, ik maak me meer zorgen over de zwijnenpopulaties hier.' Nu zwijgt de andere kant even. 'Dat snap ik niet.'
De maximumsnelheid is tachtig kilometer per uur. Langs de regionale weg staan lanen bomen. 'Je komt ze steeds vaker tegen.' Ze naderen een lange bocht. die bocht waar je nooit voorbij drie bomen kan kijken. En ineens duiken in het verlengde van de wegbelijning vier paar reflecterende ogen in het donker op. Met tachtig kilometer per uur komen ze op hem af.
Hij zet groot licht op, ziet de dieren verstarren en bepaalt hun positie. Geen tegenliggers. Zijn hand en voeten dirigeren direct de auto naar de derde versnelling. Het heeft geregend. Hij draait naar links, geeft gas bij en schiet rakelings langs het gevaarte van zegge een driehonderd kilo.
Gepasseerd, terug naar de vier. Naar rechts en weer naar de vijf. O, en weer terug in de stoel. Zijn vriend kijkt nog steeds achterom. Het is even stil. 'Oja, gevaarlijk.' Ook hij draait zich om en zakt terug in de stoel. Na even de enige vraag die op dit moment past.
'Was je bezorgd?' Dat was hij zeker geweest. 'Zo'n slagtand over je lak, daar word je niet vrolijk van. 'Nee, dat is waar.' Beiden laten een boer en een walm van alcohol, gist en koolzuur vult de kleine auto. Vrouwen die bij elkaar wonen, worden na verloop van tijd samen ongesteld. Vrienden gaan naar verloop van tijd synoniem boeren. Vrienden voor het leven.
Er is alleen één probleem. Hij heeft last van een fictief vriendje. Dat vriendje, is geen realiteit. De boom na de te laat ingeschatte bocht wel. Net als het asvalt, waar hij op lag. Maar goed, daar zou hij morgen wel achterkomen. Eerst even de roes uitslapen. Stom zwijn...