Een appeltje voor de vorst

Ik mag niet klagen. Maar ik laat me de regels niet voorschrijven. Zoals u ziet, die komen van eigen hand. Het zit zo. Ik weet dat ik denk, dus ik denk, geloof ik. Anders is het weer een kwestie van geloven en zo denk ik niet. Tenminste dat geloof ik. De fles is namelijk de vader van de gedachte. Dus ‘t voorgaande is mij te simpel. Net als de gemiddelde voorganger. Hoewel ik weet dat simpelheid functionaliteit oplevert. Behalve bij de mens. Kijk maar naar de vrouw. Een vrouw vereenvoudigt het leven, verdubbeld de vreugde en verdrievoudigt de uitgaven. Vrouwen zijn dus het antwoord op elke crisis.

Behalve die van henzelf, of door zichzelf veroorzaakte crises. Om die op te lossen zijn ze eigenlijk totaal afhankelijk van mannen. Als mannen er niet zouden zijn, zouden kikkers op dagelijkse basis emmers op hun hoofd gegooid krijgen. Zo maar een paar wijsheden uit eigen magnetron bekokstooft. Maar goed, men moet geen dode biertjes uit de tap halen. Daarbij, kleine moeite, grote goedheid, het helpen van een poes in het nauw. In de trand van 11, 2657842577 eurocent voor een karweitje.

Bovendien houden we anders geen kikker meer over en dus ook geen prins. Alleen toen Willem-Alex die kus kreeg geloofden we het. Hij is echt een prins. Nog een argument zien we in het koninklijk wapen. Geflankeerd door twee grote poezen die duidelijk in het nauw zitten. Het lijken wel twee draken. Maar goed, beter gekust door een draak dan onkuis vingergedrag bedrijven met kap’tein Haak.

Maar laat ik de rode draad eens bij het woord voegen. Christenen hier zijn immers gevoeliger voor drukfouten dan voor denkfouten en ik ben van zins tegen de stroom in te zwemmen. Immers, alleen dode vissen gaan met de stroom mee. En er zijn hier mensen met flink wat haar op hun tanden. Wel, laat ik deze kantgraffiti sprayen: Mensen met haar op hun tanden, zijn zondaars. Het is immers verkeerd om sloten uit koeien te halen. Ook niet als men vingerhoedjes gebruikt. Zo heeft God het niet bedoeld.

Dus laten we elkaar een tweede kans geven, in navolging van de Heer. Zodat we allemaal beginnen met een schone luier. Zo fris als fruit aan de fluit. Appeltjes van Oranje, voor vorst, vlag en vaderland. Want broeders en zusters, laten we niet vergeten; hij die zonder kunde is, werpe de eerste ezel.

Ik zeg maar zoo, want dierentuin duurt zo lang. Lammetjes, lente en witbier in ons kikkerlandje.

Hoge glazen vangen veel bier.