Blog
Gele sneeuw
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
18-12-2009 12:14 | bekeken:
1086 | funked:
0 | reacties:
3
Het wás koud, dat was waar. Maar het word er gewoon niet warmer op als je naast iemand staat die de hele tijd op bijna theatrale wijze staat te bibberen. Sowieso had hij een gloeiende hekel aan het openbaar vervoer. Rare mensen, rare vertrek en aankomsttijden. Rare chauffeurs en chauvinisten. Maar nu werd het hem al te gortig. Op zulke momenten keerde hij naar binnen. Van binnen mopperen, totdat de verademing daar eindelijk was. In dit geval was het zelfs de bus. Maar die liet op zich wachten. Waarschijnlijk door de sneeuwval. Logisch natuurlijk. Die éne keer dat hij blij zou zijn als hij de bus in kon, was dat ding vertraagd.
Maar dat er dan ook zó'n figuur moest staan. Lange regenjas van het type 'flash-player'. Langwerpig hoofd met een rode loper. En dan van die wanhopige ogen. Het leven was zwaar, maar moeten wachten op de bus in de kou maakte het onmogelijk. En de hele tijd in de handen blazen. Fijne bijkomstigheid was dat de rottingsgeur van tussen zijn kiezen in grote vlagen de omringende atmosfeer ingeblazen werd. Zo'n typische Heiniken-drinker. Het soort kerel dat van één slok Grolsch al hoofdpijn krijgt, maar dat dan migraine noemt.
Hij was dan wel christelijk, maar op dit soort momenten had hij sympathie voor het idee om sommige mensen liever een enkele reis met de trein te geven. Een gedachte die hij uit politieke correctheid maar snel uit zijn geest verwijderde.
'Wat een verschríkkelijke koude toch, he meneer?', begon de figuur naast hem. Hij had er op zijn minst minder dan geen behoefte aan, maar antwoordde uit beleeftheid. 'Warm is anders.'
'Nou, dat kun je wel stellen! Ik heb toch zo een hekel aan koude weet u meneer. Ik bedoel, sommige mensen brullen altijd maar dat een beetje kou een mens geen kwaad doet. Maar ik heb nu eenmaal niet zoveel vet op de botten.'
't Is wat...'
'Wat u zegt meneer. Mijn vingers bijvoorbeeld, ik moet ze de hele tijd warmblazen. Verschrikkelijk is dat!'
Dat kon hij dan toch beamen: 'Nou hè, fijn is anders.'
'Nou inderdaad meneer. Maar weet u wat ik het ergste van alles vind meneer?'
Ondanks de sneeuwbui die hen beiden al royaal onder het wit had bedolven, moest hij dit gezeik maar aanhoren: 'Nou, zeg 't 's...'
En in het toppunt van zijn klaagzang zoog de man zijn longen vol en barste bijna liederlijk uit: 'Ach meneer, dat verschrikkelijke fenomeen... wintertenen! Ik weet nu al dat als ik straks thuis ben, ik minimaal een uur bezig ben om die verschrikkelijke koude uit mijn voeten te krijgen. Wel twee om het uit mijn tenen te halen. En dat getintel, onverdraaglijk vind ik het. Wat u meneer? Kunt u zich iets ergers voorstellen dan wintertenen met deze kou?'
'Joah...'
'Sorry?'
'Joah, ik wèt wohl wat...'
'U bedoelt dat u iets kent dat erger is dan wintertenen.'
'Joah, da bedoel ik, joah...'
Een moment is de man met de rode loper perplex. In zijn beleving was er niets verschrikkelijkers dan wintertenen. En deze kalme man, diep weggekropen in zijn kraag beweerde met uiterst kalme overtuiging dat er íets is, erger dan wintertenen. Overvallen door nieuwsgierigheid vraagt hij:
'Meneer, wat kan dat dan zijn?'
Even draait de stoicijnse openbaar vervoerhater zich naar zijn vuilademende kwelgeest: 'Erger dan wintertéen'n?'
'Ja?'
De man kijk weer voor zich, snuift en zegt:
'Sneeuwball'n...'