Blog
Je weet tenslotte maar nooit...
Door datingsite- en communitylid
Blauwtje
04-09-2009 00:46 | bekeken:
948 | funked:
0 | reacties:
0
We zaten op het terrasje en we keken wat naar de mensen die langs liepen. Lekker zeg, nog even van de laatste zonnestralen van de avond genieten. We keken elkaar aan. Woorden waren overbodig. Daden ook. Er was niks te doen, er was alleen maar die kan rosé die de ober had gebracht en onze twee glazen. En al die mensen die we konden bekijken.
Later op de avond bracht hij me naar huis. Helemaal niet nodig, want hoe vaak ben ik zelf alleen naar huis gefietst? Maar hij stond erop. Als het kan, dan deed hij het. Je weet tenslotte maar nooit in de stad. Nu we op de fiets zaten, hadden we ook genoeg te bepraten, want tijdens het fietsen kom je weer op héél andere onderwerpen en dan vraag je je af hoe die ander erover denkt.
Halverwege ontdekte dat mijn fietstas niet goed zat. Ik had het nog niet eerder gehoord, maar nu hoorde ik het slepende geluid. "Wacht even," zei ik. We stopten. Ik probeerde mijn fietstas goed te doen en ontdekte dat er een touwtje vast zat bij mijn wiel. Ik had niet door hoe hij zat te mijmeren. "Weet je, B." zei hij. Ik keek omhoog van mijn gepriegel.
"Weet je, B... De grote vraag is eigenlijk: veroordeel jij die mensen die van de buitenkant er anders over lijken te denken dan jij? Of ga jij af op het uiterlijk en neem je dan ook maar aan voor het gemak dat ze helemaal niet vol zijn van Jezus? Omdat jij het niet waarneemt? Ik denk dat we uiteindelijk van elkaar niet weten wát ten diepste ons beweegt."
Ik keek hem verbaasd aan. Het licht van de lantaarnpalen viel dramatisch op zijn gezicht. "Uh, hoe bedoel je?" vroeg ik onnozel. Ik moest ergens de draad zijn kwijtgeraakt, toen ik ontdekte dat er een touwtje vast zat bij mijn wiel. "Je had het over die mensen bij je broer in de kerk. Dat ze wel elke zondag braaf naar de kerk komen, maar dan vooral omdat ze daarna lekker met elkaar uit eten kunnen. Dat jij denkt dat ze vooral naar de kerk gaan om hun sociale contacten te onderhouden." "Maar dat doen ze ook!" sputterde ik tegen, "door de week gaan ze niet naar kring, je ziet ze niet op bidstond en verder doen ze alleen maar gezellige dingen met hun vrienden als ze 's hun huis uit gaan. Ze gaan alleen maar naar de kerk omdat het moet! Ik snap niet dat ze zich Christenen noemen!" Ik schrok van de heftige toon waarmee ik dat zei.
Hij keek me aan. "Maar, je kent mij nog maar net. Maar mij geef je een kans. Misschien ben ik uiterlijk net zo als deze mensen. Je kent ze alleen maar van een afstand. Heb je ze wel gevraagd wat hun bezig houdt? Of heb je zelf al het verhaal ingevuld?"
Ik haalde mijn schouders op. Ik frutselde nog maar wat met het touwtje. Dit was niet écht leuk, zo had ik het niet zien aankomen toen we op dat terrasje waren neergestreken. Het had de belofte van een niet confronterend gezellig samenzijn, totdat hij erop stond me thuis te brengen. Ik voelde me wat ongemakkelijk, betrapt eigenlijk.
Hij moest hebben gezien dat er geen warme glimlach meer om mijn lippen speelde. Eigenlijk moet het niet te missen zijn geweest dat ik mijn hoofd afwendde. Hij was té scherp na al die rosé. Hij sprak zachtjes toen hij vertelde over zijn buurvrouw. "Weet je, Blauw, ze zegt niet zoveel, hè? Je wil niet weten wat de mensen allemaal over haar beweren! Maar als je je ervoor open stelt, dan zie je haar daden spreken... Zoals die keer dat ze, terwijl ze zelf ziek was, naar het asielzoekerscentrum is gefietst om daar een vrouw bij te staan. Echt hoor, persoonlijk heb ik liever iemand van wie de daden spreken, dan iemand die mooie praatjes heeft maar niet ernaar leeft. Maar je moet het wel zien. Als je blind staart op je eigen oordeel, heb je eigenlijk niet door wie je oordeelt."
"Ik denk dat mijn fietstas wel weer goed zit," zei ik. En we fietsten verder. Maar ik zei niet zoveel meer. Ik dacht des te meer. Hij liet het verder ook rusten. En bij mijn woning zette ik mijn fiets in het rek en ik keek hem aan. "William..." zei ik, "misschien is op terrasjes zitten en mensen kijken ook wel heel leeg... maar," ik had wat moeite om de juiste woorden te vinden, "zullen we het volgende keer een andere invulling geven? Cola ofzo? Ik wil graag weten wat jou bezig houdt.. zodat ik zelf niet jouw verhaal invul..." Hij lachtte en fietste weg. "Goed!" riep hij nog achterom.