Blog
De Heilige Tuinboontjes
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
14-06-2009 03:34 | bekeken:
1088 | funked:
0 | reacties:
2
Er was eens een priester, die achter zijn huis een moestuintje had. Hij kweekte hier de groente genaamd: het tuinboontje. Elke dag gaf hij ze water te drinken. Wijwater wel te verstaan.
Het gevolg was, dat door de liefdevolle verzorging van de priester de tuinboontjes weelderig groeiden. Dit deed de priester goed, omdat zijn inzet werd aangenomen en tot iets moois uitgroeide. Zo sprak hij ook dikwijls tegen de boontjes. Hoe ze de meeste zon konden opvangen, dat ze moesten oppassen elkaar niet in de schaduw te stellen en nog meer van die praktische dingen die priesters zoal aan boontjes vertellen.
De boontjes volgden de raad getrouw op en werden groter en mooier. Elke dag probeerden ze het maximale uit hun dag te halen. Het ging ze dan ook goed.
Maar...
Ja, natuurlijk was er een maar!
Anders gaat dit verhaal toch helemaal nergens over!
Of dacht u dat ik serieus een verhaal over tuinboontjes en een lichtelijk catatonische priester ging vertellen, zonder dat er iets fout gaat. Zonder een fatsoenlijk plot?
Dat kunt u toch niet menen? Dat zou toch nergens op slaan?
Goed.
Dus die boontjes hadden eigenlijk een fijn leventje. Voor zover boontjes een fijn leven kunnen hebben. Persoonlijk lijkt het mij een bijzonder zaadloos leven, maar ik heb niet te oordelen. Ik ben een christen en ik heb niet te oordelen. Ook niet over boontjes. Dan ben ik liever een druif.
Hoe dan ook, omdat de boontjes een fijn en onbekommerd leven lijden begon er na verloop van tijd wat te groeien. Het was namelijk zo dat de boontjes onderling kleine verschillen vertoonden. Nu zou je zeggen dat dit geen probleem zou moeten zijn, maar dat was het wel.
Ja, natuurlijk.
Omdat dat bij het verhaal hoort!
Laten we alstublieft niet in de discussie verzakken waarom tuinboontjes met onderlinge verschillen problemen met elkaar zouden krijgen. Ik weet best dat u dit ongeloofwaardig vind, maar het is waar. Tuinboontjes met onderlinge verschillen krijgen problemen op basis van wijwater.
Dat was het namelijk. Omdat er een aantal boontjes was dat door het bewateringspatroon van de priester wat meer te drinken had, groeiden deze ook beter. Daardoor waren ze beter in staat om gebruik te maken van het zonlicht. En zo was het ook niet verwonderlijk dat ze wat groter waren dan andere boontjes.
Deze boontjes maakten er al snel een sport van om te laten zien hoeveel groter en groener ze groeiden. Zo ontstond er de gedachte dat dit was omdat ze beter luisterden naar de priester. Dit hield dus logischerwijs in dat zij de andere boontjes maar moesten vertellen wat ze dan wel fout deden.
Dit wekte nogal wat wrevel bij enkele niet heel ontvankelijke tuinboontjes. Die vonden het na verloop van tijd dermate vervelend worden dat ze de wortels namen. Zo trokken zij met elkaar de veilige tuin uit het bos in. Daar vestigden zij met elkaar het inmiddels bosbekende Nieuw Tuinbonië.
Echter, de achtergebleven tuinboontjes begonnen elkaar de schuld te geven over het feit dat de minder bedeelde boontjes weg waren gegaan. Zo ontstond er weer een hiërarchie waarin enkele boontjes vonden dat ze niet fair behandeld werden.
De priester echter, kwam op een dag naar buiten en plukte de boontjes. Die avond zette hij een pan met water op en smeet de boontjes daarin. Na ze niet te lang gekookt te hebben, at hij ze op. Hij genoot van de smaak, de textuur, het kleine beetje roomboter dat de boontjes net iets gladder deed aanvoelen. Het was een heerlijk maal.
Maar wat is nou de moraal van dit verhaal?
Ja, ik weet toch ook niet alles? Ik ben een christen.
Niet God. Want God is geen christen.