Bij God op schoot kruipen

De mooiste momenten in mijn leven
zijn die ogenblikken
dat ik me er van bewust word,
dat ik verkeer op heilige grond;
dat ik mij bevind in de tegenwoordigheid
van JAHWEH-God, mijn Vader.
En Jezus is mijn broeder,
die mij reeds is voorgegaan naar de hemel.
En ook ik ben een zoon
van JAHWEH-God, mijn Vader.

Ik ben er trots op dat ik zo'n grote en
sterke Vader heb, die álles kan.
En m'n oudere broeder, Jezus,
heeft me zijn Naam bekend gemaakt.
Nog voordat Hij de aarde tot aanzijn riep,
speelde Hij reeds aan de voeten van Vader.

Ik bewonder mijn broer Jezus,
omdat Hij zo heel goed weet,
wat Vader graag wil hebben dat ik doen zal.
Mijn broer Jezus neemt me dikwijls mee
en dan gaat alles anders dan dat ik gedacht had ...........
Door mij heen worden mensen gezegend ........
Een andere keer brengt Hij me iets in herinnering,
zodat ik moet huilen van schaamte.

M'n oudere broer Jezus spoort me aan
om onberispelijk te leven in de tegenwoordigheid van Vader.
Dat wil ik ook wel,
maar m'n handicap is dikwijls, dat ik,
wat Vader gezegd heeft, aan m'n laars lap, of ........
dat ik geen zin heb om naar Vader te luisteren.
Meestal doe ik dat niet expres,
maar het overkomt me zo dikwijls.
En dan word ik soms somber, of ........ angstig .....
of koester ik me in zelfmedelijden.

En dan, tot m'n verwondering,
komt m'n oudere broer Jezus me steeds weer tegemoet.
En dan gaan we samen naar Vader.
Ik voel me dan wel vreselijk schuldig,
maar bedenk dan,
dat de straf die ik verdiend had
door m'n oudere broer aan het vloekhout is weggedragen.
En als ik dan, zo samen met m'n broer Jezus,
bij Vader ben,
dan is het zo of Vader heel erg verrast is.
En dan geef ik Vader een hand;
ik kruip bij Hem op z'n schoot
en ik vlij me zachtjes tegen z'n sterke schouders aan.
En dan denk ik:
'Wat ben ik toch vaak een dom kind, dat ik denk,
dat het zonder de hulp van vader wel lukken zal'.
En als ik dan zo zijn vriendelijkheid ervaar ........
dan vind ik het helemaal niet moeilijk
om naar Hem te luisteren.

Vader maakt me duidelijk
dat ik ook aan andere mensen moet gaan vertellen,
dat ze zo heel verkeerd van Hem denken.
Vader zegt, dat ik moet zeggen aan hen,
dat ze zich moeten omkeren naar het Licht.
En Vader belooft dan
dat m'n oudere broer Jezus heel goed op me zal letten
dat me niet iets kwaads zal overkomen.

Ik voel me nu weer zo opgelucht
en ik neem me vast voor heel goed te blijven luisteren
wat mijn broer Jezus me te binnen brengt
en naar wat Hij zo al over vader vertelt.

Eigenlijk lijk ik wel een beetje op Vader.
Ik ben immers naar zijn beeltenis gemaakt.
Vader verwacht van me,
dat ik ook heel goed voor m'n eigen kinderen zal zorgen.
Hij heeft me die kinderen - als het ware - toevertrouwd.
Vader vertelde me, dat,
hoe beter ik voor m'n eigen kinderen zou zorgen,
des te beter ik Hem zelf zou leren kennen.
Vindt u dat allemaal niet wonderlijk?

God wil, dat we als man en vrouw
heel goed voor onze kinderen zullen zorgen.
En hoe meer ik Vader leer kennen
des te fijner ik het vind
om van m'n kinderen te houden en zorg voor ze te dragen.

En Vader zei ook,
dat we ons huis moesten open stellen
voor vrienden en kennissen,
opdat ze het in de wereld zouden weten,
dat de liefde, welke in Vader
en in onze oudere broer Jezus is,
óók in ons is.