Blog
De Danseres zonder Naam
Door datingsite- en communitylid
WijntjeDoen
06-05-2009 00:09 | bekeken:
982 | funked:
0 | reacties:
1
De wind was lieflijk. Net genoeg om de normaliter ondraaglijke hitte van de zon tot een aangenaam verwarming van de huid te maken. Hij keek naar haar. Ze was zo verlegen, zo lief. Het trof hem zo diep. Jezus had altijd al een zwak gehad voor introverte meisjes, maar deze scheen hem bijzonder diep te raken. Ze keek de hele tijd met korte blikjes naar hem op, om dan met een glimlach de ogen neer te slaan. Terwijl ze daar zo danste, maakte haar jurk sierlijke gebaren om haar heen. Zijn gevoelens als man waren ontstoken en zij danste om haar overwinning te bezegelen. Hij was verrukt over haar armen, glanzend in de zon. Haar lippen, rood en vol. Het scheen hem toe dat ze de zachtheid van de liefde zelf vertegenwoordigden. Ieder woord dat deze twee rode verrukkingen deed bewegen maakte zijn knieën zwakker en zijn lust groter. Hij vocht ertegen, maar verloor langzaam deze strijd. Hoe kon hij ook anders, hij werd op twee fronten aangevallen en hij had zijn vijand lief als zichzelf.
Steeds dat giechelen, ingetogen maar vanuit haar diepste binnenste. Hoe hij haar met zijn ogen lief kon hebben, is iets wat een man kan ervaren, maar nooit weergeven. Haar heupen wiegden, haar vormen lieten zich enigszins beschrijven door haar jurk heen. Steeds die blik, plagend liet ze hem genieten, zijn vuur voedende. Steeds sloeg ze haar ogen weer neer, wimpers als zwarte veren. Dan die lach, omdat ze genoot van zijn aandacht.
De muziek hield op, en ook de dans van haar en de andere meisjes. Een applaus was hun beloning, maar hij kon zijn handen niet in beweging krijgen. Terwijl de groep zich in beweging zetten, zette ook zij langzaam haar pas in. Even wiegde ze met haar schouders en gunde hem nog één lach. Toen liep ze naar het eind van de straat. Maar Jezus was verlamd door haar. Hij had het mooiste van zijn leven aanschouwd en kon het niet plaatsen. Hoe kon zo'n wezen bestaan?
Hij kon alleen nog maar aan haar denken. Zijn hele gevoelswereld draaide om haar. Maria, zijn moeder, schudde bijtijds haar hoofd als ze hem over zijn bol streelde. Hij scheen het niet te merken. Zij wist dat dit alleen maar één ding kon betekenen. Hij at weinig, zijn werk werd een verzanding van dagdromen. Iedere keer weer zag hij die bruine ogen, die rode lippen en het deed zijn vuur voor haar steeds weer groeien.
Totdat hij het niet meer volhield. Hij bezwoer zijn moeder dat zij zijn vrouw zou worden. Ze vroeg hem hoe hij dat wilde doen, sinds hij haar naam niet eens kende. Hoe dacht hij haar te vinden? En of het wel een net meisje was. Het kon hem niet schelen. Ze had hem veroverd en nu moest hij haar terugveroveren, anders zou hij zijn hart voor altijd verloren hebben verklaarde hij.
Arme Jezus. Hij probeerde overal waar hij zijn kansen goed achtte te peilen of iemand haar kende. Maar ze was natuurlijk niet de enige mooie danseres. Meer dan eens als hij dacht haar op het spoor te zijn, bleek het om een ander te gaan. De mensen schenen totaal niet te begrijpen wie de mooiste danseres van de wereld was. Jezus legde dit uit als een gebrek aan verstand. Iemand moest haar toch kennen?
Zoals de liefde een man kan doen leven als nooit tevoren, zo kan ze een man neersteken om nooit meer op te staan. Zijn verlangen naar haar dreef hem steeds meer tot wanhoop. Zijn kussen was nat van de tranen die hij vergoot, zijn houding verried zijn verlies.
Op een dag ging hij naar de markt om boodschappen te doen. Hij moest een flink aantal verse groenten en kruiden inslaan, want zijn moeder organiseerde een maaltijd voor de familie. Terwijl hij zijn lijst kenbaar maakte aan de groenteman, bleek niet alles wat hij verlangde ter plekke aanwezig. De man gebaarde hem te wachten en riep naar achteren.
Daar verscheen vanuit het achterste gedeelte van de kraam zijn reden om te leven. Met haar haren opgestoken en haar handen vol met de dingen waar hij om had gevraagd. Terwijl de groenteman hem vroeg of hij tevreden was met de kwaliteit van de waar die hij liet zien, was hij weer als verlamd geworden. Hij kon geen woord uitbrengen, geen gedachte of realiteitszin speelde hem nog door het hoofd. De groenteman die Jezus opnam, rolde met zijn ogen. Het was niet de eerste keer dat een jongeman zijn bediende bewonderde, maar deze scheen toch wel zijn laatste momenten mee te maken.
Totdat ze lachte. Het scheurde de sluier die haar van hem scheen te scheiden en deed zijn bloed weer stromen. Hij vertelde haar zijn naam en smeekte haar hem te vertellen hoe ze heette. Weer giechelde ze, terwijl de groenteman hoofdschuddend de groenten inpakte. En toen brak haar stem als een glazen trompet door al het andere wat de wereld maar had kunnen bieden en zei:
'Agradable encontrar usted, Jezus. Yo soy Marta.'