Wát, vandaag al? Maar daar ben ik nog helemaal niet klaar voor. Het kon toch wel even eerder worden aangekondigd? Niks Twitterberichtje, geen mailtje en niet eens een kort sms'je om even te waarschuwen. Hoe had ik het kunnen weten?
Geen tijd gehad om passende kleding aan te trekken, geen tandjes gepoetst, niet naar de kapper geweest, niet van dat al. Had het gewoon even laten weten, dan had ik nog snel schoon schip kunnen maken. Het nog even goed kunnen maken met mijn buren of baas. De onbenullige familieruzie bijgelegd. Ik had nog tijd gehad excuses aan te bieden voor mijn overenthousiaste foute opmerking waarmee ik zo heb gekwetst.
Als ik het nou maar eerder had geweten, had ik misschien mijn familie, buren
en collega’s enthousiast verteld dat er al betaald was voor de schuld die
zonde heet. Had ik met meer vuur kunnen bidden voor mijn kinderen, vrienden
die me zo dierbaar zijn en had ik zelfs die irritant opgeblazen collega
kunnen vergeven en met betraande ogen de weg gewezen naar Verlossing. Zeker
weten dat ik harder had gevochten tegen hardnekkige zonde(n) in mijn leven.
Opeens is het zover: “de Dag des Heeren”. Over hoe die dag er uit zal zien
verschillen de inzichten en is er tegenstrijdige uitleg. Hoe kan het ook anders in een wereld met zoveel verschillende kerkstromingen. Discussie is
overbodig. Het gaat er niet zozeer om hoe die dag zal zijn of wanneer.
Er komt een dag dat de wereld niet meer zo vanzelfsprekend een keuze kan
maken om de genade van God aan te nemen. Geen evangeliserende christenen
meer die de weg wijzen, geen overheid die tolerant is.
Bangmakerij contra de Blijde Boodschap? Nee, we hoeven niet bang te zijn,
maar verkondigen we de blijde boodschap of zijn we lauw? Zelf gered, pfff,
gelukkig maar. Ieder voor zich, of niet? Ik houd mezelf een spiegel voor. De
vraag wordt soms gesteld wat we zouden doen als we zouden weten dat het
morgen de laatste dag zou zijn? Ik schiet tekort als het gaat om iedere dag
een lichtend getuigenis te zijn in deze duistere wereld; een zoutend zout.
De wereld maakt zich druk om smeltende ijskappen, uitstervende diersoorten,
instabiele regeringen met nucleaire projecten, het nieuwe kabinet, ontucht
in de kerk en de perikelen rond Rob en Belinda. Wordt het niet eens tijd dat
we ons druk maken om de toekomst zoals die in Mattheus 24 wordt geschetst?
Ik wilde graag een luchtigere column plaatsen, maar terwijl ik daar over
nadacht, stond dit opeens al op papier. Geluk bij een ongeluk: je bent er net
weer aan herinnerd. En je hebt gewoon weer een nieuwe kans om de eerste
liefde voor God in je weer te laten aanwakkeren en te mogen getuigen in
woord en daad. Morgen ga ik me er weer meer voor inzetten. Jij ook?
Geen tijd gehad om passende kleding aan te trekken, geen tandjes gepoetst, niet naar de kapper geweest, niet van dat al. Had het gewoon even laten weten, dan had ik nog snel schoon schip kunnen maken. Het nog even goed kunnen maken met mijn buren of baas. De onbenullige familieruzie bijgelegd. Ik had nog tijd gehad excuses aan te bieden voor mijn overenthousiaste foute opmerking waarmee ik zo heb gekwetst.
Als ik het nou maar eerder had geweten, had ik misschien mijn familie, buren
en collega’s enthousiast verteld dat er al betaald was voor de schuld die
zonde heet. Had ik met meer vuur kunnen bidden voor mijn kinderen, vrienden
die me zo dierbaar zijn en had ik zelfs die irritant opgeblazen collega
kunnen vergeven en met betraande ogen de weg gewezen naar Verlossing. Zeker
weten dat ik harder had gevochten tegen hardnekkige zonde(n) in mijn leven.
Opeens is het zover: “de Dag des Heeren”. Over hoe die dag er uit zal zien
verschillen de inzichten en is er tegenstrijdige uitleg. Hoe kan het ook anders in een wereld met zoveel verschillende kerkstromingen. Discussie is
overbodig. Het gaat er niet zozeer om hoe die dag zal zijn of wanneer.
Er komt een dag dat de wereld niet meer zo vanzelfsprekend een keuze kan
maken om de genade van God aan te nemen. Geen evangeliserende christenen
meer die de weg wijzen, geen overheid die tolerant is.
Bangmakerij contra de Blijde Boodschap? Nee, we hoeven niet bang te zijn,
maar verkondigen we de blijde boodschap of zijn we lauw? Zelf gered, pfff,
gelukkig maar. Ieder voor zich, of niet? Ik houd mezelf een spiegel voor. De
vraag wordt soms gesteld wat we zouden doen als we zouden weten dat het
morgen de laatste dag zou zijn? Ik schiet tekort als het gaat om iedere dag
een lichtend getuigenis te zijn in deze duistere wereld; een zoutend zout.
De wereld maakt zich druk om smeltende ijskappen, uitstervende diersoorten,
instabiele regeringen met nucleaire projecten, het nieuwe kabinet, ontucht
in de kerk en de perikelen rond Rob en Belinda. Wordt het niet eens tijd dat
we ons druk maken om de toekomst zoals die in Mattheus 24 wordt geschetst?
Ik wilde graag een luchtigere column plaatsen, maar terwijl ik daar over
nadacht, stond dit opeens al op papier. Geluk bij een ongeluk: je bent er net
weer aan herinnerd. En je hebt gewoon weer een nieuwe kans om de eerste
liefde voor God in je weer te laten aanwakkeren en te mogen getuigen in
woord en daad. Morgen ga ik me er weer meer voor inzetten. Jij ook?
Log in om te reageren.