De afgelopen weken heb ik twee huizen. Vanaf dat moment is alles anders. Twee huizen betekent dat je het opeens druk hebt. En dat gaat niet meer over. Tot je weer 1 huis hebt. Gelukkig is het mooi weer. Dus af en toe trek ik de deur van een van de huizen dicht en verdwijn naar 'elders’. Ergens waar ik niets hoef te doen.
Ik ben daar best goed in. In niets doen. Maar mijn hersens werken niet mee. Die maken de hele tijd lijstjes, krijgen ideetjes en bedenken opeens wat is vergeten. Dus dan zitten we gezellig op de hei te kneuteren en roep ik opeens: VERHUISDOZEN! Of tijdens de BBQ vraag ik me opeens hardop af of ik nog genoeg verfbakjes heb om de week door te komen?
Gelukkig droom ik er niet over. Ik droom sowieso vrij weinig momenteel. Zodra mijn hoofd het kussen raakt ben ik weg. In de ochtend schiet ik wakker met nieuwe dingen voor op een lijstje en doe geen oog meer dicht. Of ik lig zo diep te slapen dat de wekker veel te vroeg lijkt te gaan.
Maar toch vond ik mezelf tot deze week best een goeie klusserd. Geen drama. Geen gedoe. Niets viel echt tegen. De planning werd altijd gehaald. We zitten niet oeverloos in het andere huis. Dus ik was best wel relaxed.
Tot het moment dat ik mijn oude huis opzegde. Vanaf dat moment vind ik er opeens niks meer aan. Want nu is er een deadline. Een echte. Zoeentje waar je niet omheen kunt. Ook al word je ziek, heb je geen zin of ben je moe. Het is niet dat je een herkansing krijgt. Of dat de makelaar zegt: nou mevrouwtje… dit keer niet gelukt, volgende keer beter…
Dus van de week stond ik te worstelen met een kast. Zo’n kast met een Scandinavische naam die je zelf in elkaar moet zetten. Voor in de kelderkast. Al snel bedacht ik me dat de kast in zijn geheel niet door de deur zou passen. En bleek dat een hoekkast bij het in elkaar zetten gemiddeld drie armen vereist in plaats van de twee die ik bezit.
Ik besloot dat het tijd was voor pauze. Sms’te: Ik raak Sven* met geen vinger meer aan! En drie seconden later: Alleen nog met een bijl! Kreeg ik terug: Moeten we die zo maar even gaan halen dan…
Vanmiddag zat ik IN de kelderkast, samen met Sven. Om alles op zijn plek te krijgen moest ik door Sven heen. Op mijn buik, met een zijwaartse draai. In de bloedhitte.
Of ik het ga halen de komende weken is mij een raadsel. Maar één ding is mij duidelijk geworden: Die Sven hè? Die komt van zijn leven niet meer uit de kast…
*ivm privacy redenen is de naam gefingeerd
Ik ben daar best goed in. In niets doen. Maar mijn hersens werken niet mee. Die maken de hele tijd lijstjes, krijgen ideetjes en bedenken opeens wat is vergeten. Dus dan zitten we gezellig op de hei te kneuteren en roep ik opeens: VERHUISDOZEN! Of tijdens de BBQ vraag ik me opeens hardop af of ik nog genoeg verfbakjes heb om de week door te komen?
Gelukkig droom ik er niet over. Ik droom sowieso vrij weinig momenteel. Zodra mijn hoofd het kussen raakt ben ik weg. In de ochtend schiet ik wakker met nieuwe dingen voor op een lijstje en doe geen oog meer dicht. Of ik lig zo diep te slapen dat de wekker veel te vroeg lijkt te gaan.
Maar toch vond ik mezelf tot deze week best een goeie klusserd. Geen drama. Geen gedoe. Niets viel echt tegen. De planning werd altijd gehaald. We zitten niet oeverloos in het andere huis. Dus ik was best wel relaxed.
Tot het moment dat ik mijn oude huis opzegde. Vanaf dat moment vind ik er opeens niks meer aan. Want nu is er een deadline. Een echte. Zoeentje waar je niet omheen kunt. Ook al word je ziek, heb je geen zin of ben je moe. Het is niet dat je een herkansing krijgt. Of dat de makelaar zegt: nou mevrouwtje… dit keer niet gelukt, volgende keer beter…
Dus van de week stond ik te worstelen met een kast. Zo’n kast met een Scandinavische naam die je zelf in elkaar moet zetten. Voor in de kelderkast. Al snel bedacht ik me dat de kast in zijn geheel niet door de deur zou passen. En bleek dat een hoekkast bij het in elkaar zetten gemiddeld drie armen vereist in plaats van de twee die ik bezit.
Ik besloot dat het tijd was voor pauze. Sms’te: Ik raak Sven* met geen vinger meer aan! En drie seconden later: Alleen nog met een bijl! Kreeg ik terug: Moeten we die zo maar even gaan halen dan…
Vanmiddag zat ik IN de kelderkast, samen met Sven. Om alles op zijn plek te krijgen moest ik door Sven heen. Op mijn buik, met een zijwaartse draai. In de bloedhitte.
Of ik het ga halen de komende weken is mij een raadsel. Maar één ding is mij duidelijk geworden: Die Sven hè? Die komt van zijn leven niet meer uit de kast…
*ivm privacy redenen is de naam gefingeerd
Log in om te reageren.