Het zonlicht schijnt m’n kamer binnen. Met een grote glimlach word ik wakker. Vandaag ga ik alles anders doen! Vandaag ga ik me zeer gristeluk gedragen. Ik kleed me aan: een trui met “Jesus loves you” erop, een groot kruis om m’n nek en een armband vol Ichtus-tekentjes. Dan is het tijd voor de dagopening. Ik zing keihard mee met alle liederen. Na afloop wil ik blijven: meer worship! Nog meer worship! Worship is zo goed voor je!
Tijdens het onderwijs luister ik zeer aandachtig, vol ontzag, naar de docent/dominee. De vragen die hij uitdeelt, vul ik netjes in met dezelfde Tale Kanaäns als waarin hij spreekt: “Dat we moeten bidden in de naam van Jezus geeft aan dat we ons moeten bekleden met de autoriteit die Hij ons geeft.” Aan het onderwijs twijfelen...dat zou ik nooit durven!
Ook waag ik het absoluut niet om me te ergeren aan de anderen: de opa die altijd halverwege in slaap valt; de jongen met een te ouderwetse baard; de computernerd die in stinkende kleren rondloopt; de pas bekeerde die tegen iedereen preekt. Nee, die veroordeel ik niet. Het zijn mijn broeders en zusters. Die heb ik lief.
Tijdens de lunch heb ik het met de anderen over Jezus-films: geen wereldse films voor mij! Alleen maar Jezus-films! Daarna praat ik mee over worship-muziek: geen wereldse muziek voor mij! Alleen cd’s met op de voorkant Darlene Zschech in diverse extatische houdingen! Waarom zou ik me in iets anders interesseren ? Het geloof is alles.
Alles doe ik met een grote glimlach op m’n gezicht. Afwassen doe ik met vreugde! De hele kerkzaal stofzuig ik met vreugde! Zelfs als ik de wc’s schoonmaak, glimlach ik vol vreugde naar iedereen die voorbij loopt! Immers, ik maak de wc’s schoon voor de Here! (Kol. 3:23)
Na de avonddienst ga ik mee evangeliseren op straat. Aan iedereen geef ik bijbels mee. Tegen iedereen zeg ik: “Aanvaard Jezus als je Redder en Verlosser!” Dat niemand van het uitgaanspubliek me snapt, daar trek ik me niks van aan, want ik schaam me voor het Evangelie niet! (Rom. 1: 16)
Pas om drie uur ‘s nachts strompel ik m’n kamer binnen. Ik ben helemaal op. De dag dat ik me zeer gristeluk heb gedragen is voorbij.
Terwijl ik op m’n bed neerplof denk ik: “Gelukkig kan ik morgen weer mezelf zijn...”
Tijdens het onderwijs luister ik zeer aandachtig, vol ontzag, naar de docent/dominee. De vragen die hij uitdeelt, vul ik netjes in met dezelfde Tale Kanaäns als waarin hij spreekt: “Dat we moeten bidden in de naam van Jezus geeft aan dat we ons moeten bekleden met de autoriteit die Hij ons geeft.” Aan het onderwijs twijfelen...dat zou ik nooit durven!
Ook waag ik het absoluut niet om me te ergeren aan de anderen: de opa die altijd halverwege in slaap valt; de jongen met een te ouderwetse baard; de computernerd die in stinkende kleren rondloopt; de pas bekeerde die tegen iedereen preekt. Nee, die veroordeel ik niet. Het zijn mijn broeders en zusters. Die heb ik lief.
Tijdens de lunch heb ik het met de anderen over Jezus-films: geen wereldse films voor mij! Alleen maar Jezus-films! Daarna praat ik mee over worship-muziek: geen wereldse muziek voor mij! Alleen cd’s met op de voorkant Darlene Zschech in diverse extatische houdingen! Waarom zou ik me in iets anders interesseren ? Het geloof is alles.
Alles doe ik met een grote glimlach op m’n gezicht. Afwassen doe ik met vreugde! De hele kerkzaal stofzuig ik met vreugde! Zelfs als ik de wc’s schoonmaak, glimlach ik vol vreugde naar iedereen die voorbij loopt! Immers, ik maak de wc’s schoon voor de Here! (Kol. 3:23)
Na de avonddienst ga ik mee evangeliseren op straat. Aan iedereen geef ik bijbels mee. Tegen iedereen zeg ik: “Aanvaard Jezus als je Redder en Verlosser!” Dat niemand van het uitgaanspubliek me snapt, daar trek ik me niks van aan, want ik schaam me voor het Evangelie niet! (Rom. 1: 16)
Pas om drie uur ‘s nachts strompel ik m’n kamer binnen. Ik ben helemaal op. De dag dat ik me zeer gristeluk heb gedragen is voorbij.
Terwijl ik op m’n bed neerplof denk ik: “Gelukkig kan ik morgen weer mezelf zijn...”
Log in om te reageren.