Laatst sprak ik een meisje. Ze had geen vriendje. Nooit gehad ook. Ik vroeg haar waarom dat zo was. Misschien viel ze op vrouwen of was ze onzeker. Ze was niet lesbisch en kreeg ruimschoots aandacht van de jongens zodat ze zich niet onzeker voelde. Nee, ze wachtte. Ze wachtte tot God haar zou vertellen wie haar man was. Kijk, dan word ik meedogenloos streng. Dan zeg ik: kletskoek!
God spreekt tot mensen. Zeker. Heel vaak zelfs. Misschien wel voortdurend. Maar hij zegt niet altijd tegen iedereen álles. Ik zei dat niet meteen tegen haar want ik wilde haar uitspraak laten bezinken. Me eerst een mening vormen en mocht de gelegenheid daar zijn – mocht God dat zo leiden – dan zou ik er wellicht later op terugkomen.
'Ik vind hem leuk, maar weet niet of God hem wel voor mij bestemd heeft.' Dat hoor je ook nog wel eens. Klinkt vroom, werkt niet. Wachten tot God zegt wie voor je bestemd is, lijkt op wachten tot je ouders een keus voor je maken. Dat gebeurde vroeger. In oudtestamentische tijden. Op je dertiende. Akkoord, God is veel verstandiger dan je ouders. Er is veel voor te zeggen om de keus aan Hem te laten. Maar als je volwassen bent, twintigplus bijvoorbeeld, neem je zelf een beslissing. Dat kan wel in afhankelijkheid van God, maar als je verwacht dat God zaken die jouw verantwoordelijkheid zijn op zich neemt, dan kom je nogal eens bedrogen uit.
Volgens mij werkt het zo: als je iemand leuk vind, dan vraag je Gods zegen en ga je er voor. Dan kan het alsnog niks worden, maar in dat geval mag je wel op vertrouwen dat de teleurstelling je niet existentieel uit balans brengt. Zijn zegen rust er tenslotte op.
Te eenvoudig? Misschien. Relaties zijn ingewikkeld. In een beginnende man-vrouw-relatie lijken zo'n beetje alle emoties uit een volledig seizoen As The World Turns voorbij te komen. Nooit klaar om je volledig aan iemand te hechten, altijd wachtend op de golfbeweging van de ander, waarop je meebeweegt, van je afduwt, aanhaalt en uiteindelijk alles maar helemaal stopt, omdat het allemaal veel te ingewikkeld, chaotisch en kwetsend is. Die emotionele wanboel gilt om kalme eenvoud. Het meest simpel zou inderdaad zijn dat God zegt: yo, die en die wordt het. Succes ermee! Maar een zegen over je eigen keus is net zo goed een vast punt waarnaar je telkens kunt terugkeren. Daar komt bij dat je de verantwoordelijkheid nooit kunt afschuiven op God als het niks wordt.
Af en toe helpt God heus wel eens iemand met een droom om duidelijk te maken dat hij of zij z'n best moet doen iemand het hof te maken. Als de ander ook zo'n openbaring heeft, dan is het helemaal vuurwerk. Gespreid bedje. Kan niks meer mee misgaan. Het aankomende stelletje gehoorzaamd braaf, knielt bij het altaar en wordt één door eens flink met elkaar te vrijen.
Bij ons gewone mensen komt het toch vaak neer op kiezen voor de ware. Er zijn meer mensen met wie je gelukkig had kunnen worden, maar je kiest voor één – en dat maakt die persoon zo bijzonder.
God spreekt tot mensen. Zeker. Heel vaak zelfs. Misschien wel voortdurend. Maar hij zegt niet altijd tegen iedereen álles. Ik zei dat niet meteen tegen haar want ik wilde haar uitspraak laten bezinken. Me eerst een mening vormen en mocht de gelegenheid daar zijn – mocht God dat zo leiden – dan zou ik er wellicht later op terugkomen.
'Ik vind hem leuk, maar weet niet of God hem wel voor mij bestemd heeft.' Dat hoor je ook nog wel eens. Klinkt vroom, werkt niet. Wachten tot God zegt wie voor je bestemd is, lijkt op wachten tot je ouders een keus voor je maken. Dat gebeurde vroeger. In oudtestamentische tijden. Op je dertiende. Akkoord, God is veel verstandiger dan je ouders. Er is veel voor te zeggen om de keus aan Hem te laten. Maar als je volwassen bent, twintigplus bijvoorbeeld, neem je zelf een beslissing. Dat kan wel in afhankelijkheid van God, maar als je verwacht dat God zaken die jouw verantwoordelijkheid zijn op zich neemt, dan kom je nogal eens bedrogen uit.
Volgens mij werkt het zo: als je iemand leuk vind, dan vraag je Gods zegen en ga je er voor. Dan kan het alsnog niks worden, maar in dat geval mag je wel op vertrouwen dat de teleurstelling je niet existentieel uit balans brengt. Zijn zegen rust er tenslotte op.
Te eenvoudig? Misschien. Relaties zijn ingewikkeld. In een beginnende man-vrouw-relatie lijken zo'n beetje alle emoties uit een volledig seizoen As The World Turns voorbij te komen. Nooit klaar om je volledig aan iemand te hechten, altijd wachtend op de golfbeweging van de ander, waarop je meebeweegt, van je afduwt, aanhaalt en uiteindelijk alles maar helemaal stopt, omdat het allemaal veel te ingewikkeld, chaotisch en kwetsend is. Die emotionele wanboel gilt om kalme eenvoud. Het meest simpel zou inderdaad zijn dat God zegt: yo, die en die wordt het. Succes ermee! Maar een zegen over je eigen keus is net zo goed een vast punt waarnaar je telkens kunt terugkeren. Daar komt bij dat je de verantwoordelijkheid nooit kunt afschuiven op God als het niks wordt.
Af en toe helpt God heus wel eens iemand met een droom om duidelijk te maken dat hij of zij z'n best moet doen iemand het hof te maken. Als de ander ook zo'n openbaring heeft, dan is het helemaal vuurwerk. Gespreid bedje. Kan niks meer mee misgaan. Het aankomende stelletje gehoorzaamd braaf, knielt bij het altaar en wordt één door eens flink met elkaar te vrijen.
Bij ons gewone mensen komt het toch vaak neer op kiezen voor de ware. Er zijn meer mensen met wie je gelukkig had kunnen worden, maar je kiest voor één – en dat maakt die persoon zo bijzonder.
Log in om te reageren.