Sinds ik volwassen ben woon ik in de grote stad. In de grote stad is het wat mij betreft best aardig toeven. Lekker veel mogelijkheden tot ontspanning en vermaak en de zogenaamde grote stadsproblematiek is mijn bron van inkomsten.
Ik heb al levend en werkend kunnen leren over het leven in de stad. Zo heb ik geleerd dat je achterstandswijken beslist niet over één kam kunt scheren. De achterstandwijk waar ik woon en de achterstandswijk waar ik werk zijn bijvoorbeeld heel verschillend. Elke achterstandswijk blijkt weer zijn eigen unieke problematiek te hebben. En men is altijd op zoek naar oplossingen voor al die unieke problemen.
Ik probeer bij te houden wat er om mee heen gebeurt. Over het algemeen gaat dat me goed af. Ik sta er niet echt bij stil dat miljoenen Nederlanders een totaal ander leven leven. Omdat ze toevallig niet in de grote stad wonen. Soms valt het me opeens wel op.
Mensen uit dorpjes zeggen hele zinnen tegen elkaar zonder scheldwoorden erin. Er wordt naar elkaar geglimlacht en gegroet. Je kunt per ongeluk op iemand zijn tenen gaan staan zonder uitgescholden te worden voor de minder nette versie van blinde straatprostituee. In de ochtend word je niet wakker van schreeuwende buren, maar van de klanken van de dorpskerk of tjilpende vogeltjes. Zo stel ik het me voor tenminste.
Meestal heb ik dit soort dromen over dorpjes als ik op visite ben in Groningen of in de trein zit bij een Goois hockeyteam. Zodra ik weer thuis ben en mijn straat inloop neemt de drukke stadse realiteit me weer volledig in beslag.
Om dat dorpse gevoel nu eens vast te houden heb ik besloten mijn ringtones te veranderen. Er zaten geen kerkklokken tussen, dus morgen word ik wakker van tjilpende vogeltjes. Voordeel van dit soort vogeltjes is bovendien dat ik ze niet hun nekje om hoef te draaien als ik het geschreeuw van mijn buren onverhoopt blijk te prefereren.
Ik heb al levend en werkend kunnen leren over het leven in de stad. Zo heb ik geleerd dat je achterstandswijken beslist niet over één kam kunt scheren. De achterstandwijk waar ik woon en de achterstandswijk waar ik werk zijn bijvoorbeeld heel verschillend. Elke achterstandswijk blijkt weer zijn eigen unieke problematiek te hebben. En men is altijd op zoek naar oplossingen voor al die unieke problemen.
Ik probeer bij te houden wat er om mee heen gebeurt. Over het algemeen gaat dat me goed af. Ik sta er niet echt bij stil dat miljoenen Nederlanders een totaal ander leven leven. Omdat ze toevallig niet in de grote stad wonen. Soms valt het me opeens wel op.
Mensen uit dorpjes zeggen hele zinnen tegen elkaar zonder scheldwoorden erin. Er wordt naar elkaar geglimlacht en gegroet. Je kunt per ongeluk op iemand zijn tenen gaan staan zonder uitgescholden te worden voor de minder nette versie van blinde straatprostituee. In de ochtend word je niet wakker van schreeuwende buren, maar van de klanken van de dorpskerk of tjilpende vogeltjes. Zo stel ik het me voor tenminste.
Meestal heb ik dit soort dromen over dorpjes als ik op visite ben in Groningen of in de trein zit bij een Goois hockeyteam. Zodra ik weer thuis ben en mijn straat inloop neemt de drukke stadse realiteit me weer volledig in beslag.
Om dat dorpse gevoel nu eens vast te houden heb ik besloten mijn ringtones te veranderen. Er zaten geen kerkklokken tussen, dus morgen word ik wakker van tjilpende vogeltjes. Voordeel van dit soort vogeltjes is bovendien dat ik ze niet hun nekje om hoef te draaien als ik het geschreeuw van mijn buren onverhoopt blijk te prefereren.
Log in om te reageren.