Taal was zeg maar altijd al echt mijn ding. En nu is er ook nog een boekje over geschreven. Sinds ik dat heb gelezen, is voor mij het gesproken woord niet meer hetzelfde. Alles wat ik hoor, roept vragen op. Wat wordt er gezegd? Waarom? Wat wordt er bedoeld? Wat kan ik ermee? Je zou kunnen zeggen dat ik er een nieuwe tic bij heb.
Uit het boekje van Paulien Cornelisse heb ik geleerd: Er is continu sprake van taalontwikkeling. Je kunt ook spreken van taalverrijking of taalverloedering. Maar dat is dan meteen een waardeoordeel. En da’s nou ook weer niet nodig. Smaken verschillen en dat is waarschijnlijk maar goed ook. Anders wordt het leven maar eentonig.
Tijdens een cursus hoorde ik een docent zeggen: “Dat moeten we dan nog even aanharken.” Nee, het was geen cursus tuinieren. Heel misschien was de spreker de gelukkige eigenaar van een huis met een tuin, was zijn hobby tuinieren en gebruikte hij daarom tuintermen voor een ander vakgebied. Wat hij, volgens mij, bedoelde te zeggen: Daar moeten we nog eens naar kijken; daar moeten we nog een antwoord op vinden of daar moeten we nog wat meer duidelijkheid over zien te krijgen. Zelf heb ik geen tuin. Op mijn balkon valt er niet zoveel aan te harken. Ik vermoed dat ik het woord harken daarom zelf vrijwel nooit gebruik.
Een nieuwe uitdrukking die me laatst opviel: “Ik hoor dat je daar op aanslaat.” En: “Ik sla daar op aan.” Pardon? Ik ben toch geen hond? En jij toch ook niet? Misschien dat alleen hondenbezitters in dit soort termen spreken. Aangezien ik niet tot die groep behoor, zul je mij dit niet horen zeggen. Ik hou het er maar op dat ik op bepaalde dingen reageer en op andere niet. Aanslaan laat ik over aan die blaffende viervoeters.
Wat ik ook pas nog voorbij hoorde komen: “Ik heb daar geen ervaring mee, of iets…” Het “of iets” bungelde er een beetje bij. Het voegde ook eigenlijk niets toe. Mogelijk was het een mislukte aanloop naar “of iets dergelijks”. Of is “of iets” het nieuwe “ofzo”? Ik vind het niks.
Een hele grappige uitspraak vind ik: “Ik ben nogal visueel ingesteld.” Ja, duh! Daarvoor heb je twee ogen in je hoofd. Alleen blinden en slechtzienden zijn niet of sterk verminderd visueel ingesteld. Hun gehoor en gevoel zijn hoogstwaarschijnlijk sterker ontwikkeld dan hun gezichtsvermogen. Wie kan kijken, is automatisch visueel ingesteld. Dat hoef je er echt niet bij te zeggen.
Nu kan het zijn dat je na het lezen van dit stukje denkt: hier heb ik niet zoveel mee. Of je denkt: Ik hoor het u zeggen, in de zin van: ik neem dit voor kennisgeving aan; ik parkeer dit even in de kantlijn; ik leg dit naast me neer; of: het doet me niets. Dat kan. Dan is taal waarschijnlijk zeg maar niet echt jouw ding.
Uit het boekje van Paulien Cornelisse heb ik geleerd: Er is continu sprake van taalontwikkeling. Je kunt ook spreken van taalverrijking of taalverloedering. Maar dat is dan meteen een waardeoordeel. En da’s nou ook weer niet nodig. Smaken verschillen en dat is waarschijnlijk maar goed ook. Anders wordt het leven maar eentonig.
Tijdens een cursus hoorde ik een docent zeggen: “Dat moeten we dan nog even aanharken.” Nee, het was geen cursus tuinieren. Heel misschien was de spreker de gelukkige eigenaar van een huis met een tuin, was zijn hobby tuinieren en gebruikte hij daarom tuintermen voor een ander vakgebied. Wat hij, volgens mij, bedoelde te zeggen: Daar moeten we nog eens naar kijken; daar moeten we nog een antwoord op vinden of daar moeten we nog wat meer duidelijkheid over zien te krijgen. Zelf heb ik geen tuin. Op mijn balkon valt er niet zoveel aan te harken. Ik vermoed dat ik het woord harken daarom zelf vrijwel nooit gebruik.
Een nieuwe uitdrukking die me laatst opviel: “Ik hoor dat je daar op aanslaat.” En: “Ik sla daar op aan.” Pardon? Ik ben toch geen hond? En jij toch ook niet? Misschien dat alleen hondenbezitters in dit soort termen spreken. Aangezien ik niet tot die groep behoor, zul je mij dit niet horen zeggen. Ik hou het er maar op dat ik op bepaalde dingen reageer en op andere niet. Aanslaan laat ik over aan die blaffende viervoeters.
Wat ik ook pas nog voorbij hoorde komen: “Ik heb daar geen ervaring mee, of iets…” Het “of iets” bungelde er een beetje bij. Het voegde ook eigenlijk niets toe. Mogelijk was het een mislukte aanloop naar “of iets dergelijks”. Of is “of iets” het nieuwe “ofzo”? Ik vind het niks.
Een hele grappige uitspraak vind ik: “Ik ben nogal visueel ingesteld.” Ja, duh! Daarvoor heb je twee ogen in je hoofd. Alleen blinden en slechtzienden zijn niet of sterk verminderd visueel ingesteld. Hun gehoor en gevoel zijn hoogstwaarschijnlijk sterker ontwikkeld dan hun gezichtsvermogen. Wie kan kijken, is automatisch visueel ingesteld. Dat hoef je er echt niet bij te zeggen.
Nu kan het zijn dat je na het lezen van dit stukje denkt: hier heb ik niet zoveel mee. Of je denkt: Ik hoor het u zeggen, in de zin van: ik neem dit voor kennisgeving aan; ik parkeer dit even in de kantlijn; ik leg dit naast me neer; of: het doet me niets. Dat kan. Dan is taal waarschijnlijk zeg maar niet echt jouw ding.
Log in om te reageren.