Daar zitten we dan. Onder het felle TL-licht van een Marokkaanse snackbar. De plek waar we na een aantal drankjes op het terras spontaan terecht kwamen. Ik eet een broodje falafel. Hij een broodje shoarma. Ondertussen hebben we elkaars hand vast. Stevig. Alsof we elkaar niet meer willen loslaten. En alsof we een stelletje zijn. Maar dat zijn we niet. En ik weet ook niet of we dat gaan worden.
We kennen elkaar nog niet zo lang. Een paar weken nu. Maar we hebben elkaar al vaak gezien. Ik vind hem leuk. En bijzonder. En aantrekkelijk. En intrigerend. Hij mij ook. Zegt hij. Ja, er is wel degelijk iets wat ons bindt. Maar wat het is. En wat het gaat worden. Dat is niet duidelijk. En daar gaat het nu over. Middenin de snackbar. Met de nodige mensen om ons heen.
Ik ben me bewust van de setting. Vraag me nog even hardop af of dit wel de juiste plek is hiervoor. Hij zegt dat we hier toch niemand kennen. Ik zeg dat het ook niet uitmaakt. "Ben je verliefd", vraagt hij. Ik vind het een lastige vraag. Zeg dat ik het niet weet. Dat ik alleen weet dat ik hem leuk vind en het prettig vind bij hem te zijn. Dat ik een goed gevoel heb bij hem.
"Ik ben niet verliefd", zegt hij. "En ik ben nog niet klaar voor een nieuwe relatie. Maar ik vind je heel bijzonder. En ik wil je niet kwijt." "Daar hoef je niet bang voor te zijn", stel ik hem gerust. "Ik ben niet zomaar weg." Ik ken mijn angst voor binding, maar meen ik wat ik zeg. Juist de vrijblijvendheid die ik nu ervaar, maakt dat ik meer geef van mezelf dan normaal. En het contact niet verbreek zoals ik best vaak wel heb gedaan.
Dat we allebei net knoflooksaus ophebben, weerhoudt ons er niet van elkaar kort te zoenen. Ik weet dat dit contact gevaarlijk kan zijn voor mijn gevoel. Ik riskeer een gebroken hart. Maar ik weet ook dat dit werkt voor mij. En dat op dit moment alles klopt. Misschien heb ik later spijt van de mate waarin ik mezelf nu geef. Maar dat risico neem ik.
We kennen elkaar nog niet zo lang. Een paar weken nu. Maar we hebben elkaar al vaak gezien. Ik vind hem leuk. En bijzonder. En aantrekkelijk. En intrigerend. Hij mij ook. Zegt hij. Ja, er is wel degelijk iets wat ons bindt. Maar wat het is. En wat het gaat worden. Dat is niet duidelijk. En daar gaat het nu over. Middenin de snackbar. Met de nodige mensen om ons heen.
Ik ben me bewust van de setting. Vraag me nog even hardop af of dit wel de juiste plek is hiervoor. Hij zegt dat we hier toch niemand kennen. Ik zeg dat het ook niet uitmaakt. "Ben je verliefd", vraagt hij. Ik vind het een lastige vraag. Zeg dat ik het niet weet. Dat ik alleen weet dat ik hem leuk vind en het prettig vind bij hem te zijn. Dat ik een goed gevoel heb bij hem.
"Ik ben niet verliefd", zegt hij. "En ik ben nog niet klaar voor een nieuwe relatie. Maar ik vind je heel bijzonder. En ik wil je niet kwijt." "Daar hoef je niet bang voor te zijn", stel ik hem gerust. "Ik ben niet zomaar weg." Ik ken mijn angst voor binding, maar meen ik wat ik zeg. Juist de vrijblijvendheid die ik nu ervaar, maakt dat ik meer geef van mezelf dan normaal. En het contact niet verbreek zoals ik best vaak wel heb gedaan.
Dat we allebei net knoflooksaus ophebben, weerhoudt ons er niet van elkaar kort te zoenen. Ik weet dat dit contact gevaarlijk kan zijn voor mijn gevoel. Ik riskeer een gebroken hart. Maar ik weet ook dat dit werkt voor mij. En dat op dit moment alles klopt. Misschien heb ik later spijt van de mate waarin ik mezelf nu geef. Maar dat risico neem ik.
Log in om te reageren.