Eigenlijk had ik beter moeten weten. Ik liep inmiddels lang genoeg mee in het wereldje van online dating om dit te kunnen zien aankomen. Een leuke foto, een grappige profieltekst en wat gevatte mails waren nog geen garantie voor een geslaagd afspraakje. Dat wist ik allemaal wel, maar ik had toch gehoopt dat het deze keer anders zou zijn.
Tegen de ongeschreven datingregels in hadden we op onze eerste date bij mij thuis afgesproken. Het voelde vertrouwd en veilig. Misschien was ik wel afgegaan op het degelijke imago van zijn beroep. We maakten grapjes over eerdere date-ervaringen. Ook al zoiets wat tegen de gangbare date-adviezen in ging. Hij kon er smakelijk over vertellen. Zo werd hij een paar keer benaderd door alleenstaande moeders die hem een leuke man met een leuke baan vonden,die daarom vast wel goed voor hen en hun kinderen kon zorgen. Hij was accountant.
Geïnteresseerd bekeek hij de boeken in mijn kast, de muziekcollectie naast mijn stereo en de foto’s aan de wand van mijn woonkamer. Nieuwsgierig vroeg hij van wie ik die bundel met liefdesgedichten had gekregen. Was hij een tikkeltje jaloers aangelegd? Het streelde mijn ego.
Onze avond samen kwam ten einde. Ik had me prima vermaakt. En hij had het ook leuk gevonden. We spraken af elkaar binnenkort weer te zien. Ter afscheid zoenden we. Niet keurig op de wang, zoals ik had verwacht, maar vol op de mond. Hij overrompelde me. Maar een echt goede zoen was het niet. Nadat ik de deur achter hem had gesloten liep ik naar de keuken om mijn mond te spoelen.
Het bleef bij die ene date. Ik heb de zoenende boekhouder daarna nooit meer gezien. Er kwam nog een mail waarin hij zijn twijfels uitsprak over het vervolg. En ik wist genoeg. Bij elk paar lippen past immers een goeie pakkerd. En deze was het niet.
Tegen de ongeschreven datingregels in hadden we op onze eerste date bij mij thuis afgesproken. Het voelde vertrouwd en veilig. Misschien was ik wel afgegaan op het degelijke imago van zijn beroep. We maakten grapjes over eerdere date-ervaringen. Ook al zoiets wat tegen de gangbare date-adviezen in ging. Hij kon er smakelijk over vertellen. Zo werd hij een paar keer benaderd door alleenstaande moeders die hem een leuke man met een leuke baan vonden,die daarom vast wel goed voor hen en hun kinderen kon zorgen. Hij was accountant.
Geïnteresseerd bekeek hij de boeken in mijn kast, de muziekcollectie naast mijn stereo en de foto’s aan de wand van mijn woonkamer. Nieuwsgierig vroeg hij van wie ik die bundel met liefdesgedichten had gekregen. Was hij een tikkeltje jaloers aangelegd? Het streelde mijn ego.
Onze avond samen kwam ten einde. Ik had me prima vermaakt. En hij had het ook leuk gevonden. We spraken af elkaar binnenkort weer te zien. Ter afscheid zoenden we. Niet keurig op de wang, zoals ik had verwacht, maar vol op de mond. Hij overrompelde me. Maar een echt goede zoen was het niet. Nadat ik de deur achter hem had gesloten liep ik naar de keuken om mijn mond te spoelen.
Het bleef bij die ene date. Ik heb de zoenende boekhouder daarna nooit meer gezien. Er kwam nog een mail waarin hij zijn twijfels uitsprak over het vervolg. En ik wist genoeg. Bij elk paar lippen past immers een goeie pakkerd. En deze was het niet.