Onder het genot van een glas goede whisky had ik ergens deze week een enerverend gesprek. Het ging over van alles, maar één van de onderwerpen die voorbij kwam betrof muziek. De digitalisering waardoor het woord ‘album’ weinig meer zegt. Een tijd waarin vooral losse songs worden verkocht en kennis over leven en gedachtengoed van musici zelden meer aanwezig is. Nu is dat laatste niet per se noodzakelijk om van muziek te kunnen genieten. Al kan het de beleving wel van meer intensiteit voorzien.
In mijn herinnering zie ik mezelf hele middagen doorbrengen in muziekwinkels. Stapeltje cd’s doorluisteren, tegen sluitingstijd zorgvuldig afwegend wat ik toe wil voegen aan de collectie thuis. Ik las muziekbladen, haalde berichten uit de krant en probeerde van alles te weten te komen over door mij net ontdekte muzikanten. Artiesten met vage teksten werden extra kritisch bekeken, want een degelijke reformatorische opvoeding zorgde ervoor dat ik enerzijds meer vrijheid begon te zoeken doch anderzijds de duvel buiten de deur wilde houden. Ernstig waarschuwende boekjes hadden me geleerd dat’ie via muziek toch makkelijk mee naar binnen glipt.
Naarmate ik meer muziek leerde kennen en mijn collectie zich langzaam uitbreidde, ontdekte ik 2 dingen. Er was een hoop ‘wereldse’ muziek waarin het nodige van God voorbij kwam. Op de christelijke markt kwam God tekstueel altijd voorbij, maar was de muziek -ongeacht het genre- regelmatig van een schrikbarend laag niveau. Of dermate zoet dat het glazuur er spontaan door van m’n tanden sprong. Af en toe was er wel een positieve uitzondering (die de regel bevestigt).
Kortom, ik ontdekte meer passie bij de minder gelovige muzikanten. Ze leken hun talenten meer uit te buiten, door te willen ontwikkelen en dat maakt muziek die leeft. Het heeft spirit. Het doet iets, maakt iets los (meer dan tandglazuur) en verbindt. Het stelt vragen en roept soms uit naar zin. Het is soms kritisch, tegendraads, beschamend of gewoon fout. Maar het staat ergens voor en vraagt om reactie.
Muziek die raakt, is muziek waarbij ik in het instrumentale de tekst terughoor. Het is geen laagje melodie om de woorden enige smeuïgheid te geven. Nee, het is de tekst maar zonder woorden. Muziek en tekst versterken elkaar en groeien uit tot iets groters. Het verwijst naar iets groters. Daarmee lijkt de niet zelden op zoek zijnde muzikant soms meer van God door te geven dan z’n gelovige collega.
Misschien omdat wie zoekt zich nog uitstrekt naar wat verborgen is. Wie al gevonden heeft, kan gemakkelijk vervallen in de illusie het voor elkaar te hebben. Terwijl dat zelden het geval is.
In mijn herinnering zie ik mezelf hele middagen doorbrengen in muziekwinkels. Stapeltje cd’s doorluisteren, tegen sluitingstijd zorgvuldig afwegend wat ik toe wil voegen aan de collectie thuis. Ik las muziekbladen, haalde berichten uit de krant en probeerde van alles te weten te komen over door mij net ontdekte muzikanten. Artiesten met vage teksten werden extra kritisch bekeken, want een degelijke reformatorische opvoeding zorgde ervoor dat ik enerzijds meer vrijheid begon te zoeken doch anderzijds de duvel buiten de deur wilde houden. Ernstig waarschuwende boekjes hadden me geleerd dat’ie via muziek toch makkelijk mee naar binnen glipt.
Naarmate ik meer muziek leerde kennen en mijn collectie zich langzaam uitbreidde, ontdekte ik 2 dingen. Er was een hoop ‘wereldse’ muziek waarin het nodige van God voorbij kwam. Op de christelijke markt kwam God tekstueel altijd voorbij, maar was de muziek -ongeacht het genre- regelmatig van een schrikbarend laag niveau. Of dermate zoet dat het glazuur er spontaan door van m’n tanden sprong. Af en toe was er wel een positieve uitzondering (die de regel bevestigt).
Kortom, ik ontdekte meer passie bij de minder gelovige muzikanten. Ze leken hun talenten meer uit te buiten, door te willen ontwikkelen en dat maakt muziek die leeft. Het heeft spirit. Het doet iets, maakt iets los (meer dan tandglazuur) en verbindt. Het stelt vragen en roept soms uit naar zin. Het is soms kritisch, tegendraads, beschamend of gewoon fout. Maar het staat ergens voor en vraagt om reactie.
Muziek die raakt, is muziek waarbij ik in het instrumentale de tekst terughoor. Het is geen laagje melodie om de woorden enige smeuïgheid te geven. Nee, het is de tekst maar zonder woorden. Muziek en tekst versterken elkaar en groeien uit tot iets groters. Het verwijst naar iets groters. Daarmee lijkt de niet zelden op zoek zijnde muzikant soms meer van God door te geven dan z’n gelovige collega.
Misschien omdat wie zoekt zich nog uitstrekt naar wat verborgen is. Wie al gevonden heeft, kan gemakkelijk vervallen in de illusie het voor elkaar te hebben. Terwijl dat zelden het geval is.
Log in om te reageren.