Mijn oma is een vrouw die altijd haar mannetje heeft gestaan. Je weet wel, zo’n vrouw met ballen. Ze runde het huishouden, regelde alle gezinslogistiek, kookte, deed de was (die dan uiteraard om 8.00 al aan de lijn hing en om 10.00 gestreken in de kast lag), bracht de kinderen naar school, zorgde voor iedereen die ze in huis opvingen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Oma, ze was de spil van het gezin.
Oma genoot ervan om opa te verrassen en hem met haar grapjes en charmante glimlach te ‘verleiden’. Opa was dol op haar en motiveerde haar onophoudelijk om te doen waar ze goed in was. Ook tijdens de tweede wereldoorlog, waardoor ze een belangrijke rol in het verzet kreeg. Ze stond op tegen onrecht en kreeg door haar daadkracht geregeld de leiding als mensen gered moesten worden. Ze werd gerespecteerd en omdat ze heel veel levens redde, wilde haar dochter (mijn moeder) hiervoor een erkenning aanvragen bij Yad Vashem. Ze weigerde deze aan te nemen want, zo zei ze: “Jezus vroeg ook geen lintje nadat Hij voor ons door het vuur ging en stierf.”
Oma was ‘de vrouw van…’, mooi en vrouwelijk. Niet omdat ze altijd jurkjes droeg, maar omdat ze in staat was om naast echtgenote, moeder en vriendin ook de overige aspecten van haar ‘maak’ te zijn. Ze was niet geëmancipeerd, een term waar we in deze tijd mee worden doodgegooid, maar ze was wel zichzelf: een sterke vrouw die de kracht en gave had om leiding te geven, voorop te gaan en anderen zichzelf te laten vinden. Opa kon er ook wat van trouwens, maar hij wist precies hoe en wanneer hij zijn vrouw de ruimte moest geven om te bereiken wat geen man gedaan zou krijgen. Hij omarmde hun verschil, waarbij hij haar met al zijn liefde boven hun ‘samenheid’ uit liet stijgen. Hij voelde zich niet bedreigd door haar kennis en inzicht, want hij wist wie hij was. Hij kende zichzelf en hij omarmde zijn vrouw, volledig. Hij was trots op haar, op haar intelligentie en op het feit dat ze bepaalde dingen beter (door)zag dan hij. Nooit had hij het gevoel dat hij tegen haar op moest boksen, want hij begreep wat gelijkwaardigheid betekende. Hij eerde zijn vrouw en voelde niet de drang om zich te verzetten tegen haar eigenheid. Hij zou voor haar sterven als het moest, ja dat zou hij. Omdat hij van haar hield, omdat hij haar hoger achtte dan zichzelf, omdat hij in staat was haar liefde te ontvangen. Daarom was het voor oma zo makkelijk om haar man lief te hebben en te respecteren, om hem haar te laten leiden en bij hem te schuilen. Daarom durfde zij wanneer het nodig was voorop te gaan, uit zichzelf of als opa dit aan haar vroeg. Ze vingen elkaar op als er iets mis ging en wijdden zich dagelijks samen toe aan de kunst van onvoorwaardelijk liefhebben.
Als opa nog zou leven, zouden hij en oma zich geregeld tranen lachen om artikelen en studies waarin vrouwen opgeroepen worden om weer in het gareel te komen en mannen aangemoedigd om weer ongetemd te zijn. Ik denk hij oma vervolgens een speelse knipoog zou geven en zou zeggen: “Hup, de keuken in jij, want ik krijg geen genoeg van jouw ballen.”
Oma genoot ervan om opa te verrassen en hem met haar grapjes en charmante glimlach te ‘verleiden’. Opa was dol op haar en motiveerde haar onophoudelijk om te doen waar ze goed in was. Ook tijdens de tweede wereldoorlog, waardoor ze een belangrijke rol in het verzet kreeg. Ze stond op tegen onrecht en kreeg door haar daadkracht geregeld de leiding als mensen gered moesten worden. Ze werd gerespecteerd en omdat ze heel veel levens redde, wilde haar dochter (mijn moeder) hiervoor een erkenning aanvragen bij Yad Vashem. Ze weigerde deze aan te nemen want, zo zei ze: “Jezus vroeg ook geen lintje nadat Hij voor ons door het vuur ging en stierf.”
Oma was ‘de vrouw van…’, mooi en vrouwelijk. Niet omdat ze altijd jurkjes droeg, maar omdat ze in staat was om naast echtgenote, moeder en vriendin ook de overige aspecten van haar ‘maak’ te zijn. Ze was niet geëmancipeerd, een term waar we in deze tijd mee worden doodgegooid, maar ze was wel zichzelf: een sterke vrouw die de kracht en gave had om leiding te geven, voorop te gaan en anderen zichzelf te laten vinden. Opa kon er ook wat van trouwens, maar hij wist precies hoe en wanneer hij zijn vrouw de ruimte moest geven om te bereiken wat geen man gedaan zou krijgen. Hij omarmde hun verschil, waarbij hij haar met al zijn liefde boven hun ‘samenheid’ uit liet stijgen. Hij voelde zich niet bedreigd door haar kennis en inzicht, want hij wist wie hij was. Hij kende zichzelf en hij omarmde zijn vrouw, volledig. Hij was trots op haar, op haar intelligentie en op het feit dat ze bepaalde dingen beter (door)zag dan hij. Nooit had hij het gevoel dat hij tegen haar op moest boksen, want hij begreep wat gelijkwaardigheid betekende. Hij eerde zijn vrouw en voelde niet de drang om zich te verzetten tegen haar eigenheid. Hij zou voor haar sterven als het moest, ja dat zou hij. Omdat hij van haar hield, omdat hij haar hoger achtte dan zichzelf, omdat hij in staat was haar liefde te ontvangen. Daarom was het voor oma zo makkelijk om haar man lief te hebben en te respecteren, om hem haar te laten leiden en bij hem te schuilen. Daarom durfde zij wanneer het nodig was voorop te gaan, uit zichzelf of als opa dit aan haar vroeg. Ze vingen elkaar op als er iets mis ging en wijdden zich dagelijks samen toe aan de kunst van onvoorwaardelijk liefhebben.
Als opa nog zou leven, zouden hij en oma zich geregeld tranen lachen om artikelen en studies waarin vrouwen opgeroepen worden om weer in het gareel te komen en mannen aangemoedigd om weer ongetemd te zijn. Ik denk hij oma vervolgens een speelse knipoog zou geven en zou zeggen: “Hup, de keuken in jij, want ik krijg geen genoeg van jouw ballen.”
Log in om te reageren.