“Die Chinezen zijn allemaal hartstikke gek,” zegt de overkant van de tafel. Mijn ochtendstem brengt een instemmend gemurmel voort. De krant ligt opengeslagen bij een zoveelste artikel over de Olympische Spelen. Een prachtig kleurenfoto met een opgehangen en gevild hondje siert de bladzijde. “Gekke Chinezen”, denk ik. En op dat moment bekruipt mij een gevoel van twijfel. Mag ik dat wel denken?
We kunnen in ieder geval stellen dat China voor controverse zorgt in de aanloop naar de Olympische Spelen. Amnesty International luidde alarmbellen over de mensenrechten in China. Divers promotiemateriaal bleek gemaakt door kinderhandjes. Tibet begon zich plots te roeren. Bovendien was er iemand op het idee gekomen om regenwolken preventief te legen. Tijdens de zomerspelen schieten diverse raketinstallaties munitie met een speciaal goedje op regenwolken af, zodat deze hun lading droppen voordat ze de stad bereiken. Dat bezoekers zwemmend naar Peking moeten komen, maakt kennelijk niet zoveel uit.
Reden genoeg dus om als nuchtere Nederlander te denken dat men in het oosten niet helemaal goed snik is. En toch twijfel ik. Het bungelende hondje maakt me onzeker. Zo’n hondje vinden wij over het algemeen erg zielig. Ik moet echter ook terugdenken aan een televisieprogramma, waarin een verre junglestam in Nederland op bezoek kwam. Ze kregen onder andere te zien hoe wij met ons vee omgingen. De junglemensen liepen in tranen weg, omdat ze nog nooit zoiets verschrikkelijks hadden gezien.
De Chinese cultuur is heel erg anders dan de onze. Moeten we een cultuur die anders is dan de onze, niet ook gewoon zien als anders? Het lijkt nu vaak alsof we op zulke landen neerkijken.
Wij hebben dan wel geen opgehangen honden, maar wel karbonaadjes van levenslang opgesloten koeien. In dit land klagen we niet over kinderarbeid. Onze kinderen krijgen echter wel steeds meer last van moeheid, overspannenheid en stress. Niemand zal zeggen dat er in Nederland mensenrechten worden geschonden. We mogen echter wel alles roepen onder de noemer ‘vrijheid van meningsuiting’. Ook daar kwetsen we mensen enorm mee. Ik vraag me dan wel eens af of we tegenover een cultuur als China niet met twee maten meten.
Ik zucht en probeer mijn focus te verplaatsen naar zaken die beter passen bij het tijdstip van de dag: Een warme kop thee en een boterham met hagelslag. Nog even naar mijn gesprekspartner die diep in de krant verdiept is. “Hartstikke gek… Dat zeggen die Chinezen vast ook van ons.”
We kunnen in ieder geval stellen dat China voor controverse zorgt in de aanloop naar de Olympische Spelen. Amnesty International luidde alarmbellen over de mensenrechten in China. Divers promotiemateriaal bleek gemaakt door kinderhandjes. Tibet begon zich plots te roeren. Bovendien was er iemand op het idee gekomen om regenwolken preventief te legen. Tijdens de zomerspelen schieten diverse raketinstallaties munitie met een speciaal goedje op regenwolken af, zodat deze hun lading droppen voordat ze de stad bereiken. Dat bezoekers zwemmend naar Peking moeten komen, maakt kennelijk niet zoveel uit.
Reden genoeg dus om als nuchtere Nederlander te denken dat men in het oosten niet helemaal goed snik is. En toch twijfel ik. Het bungelende hondje maakt me onzeker. Zo’n hondje vinden wij over het algemeen erg zielig. Ik moet echter ook terugdenken aan een televisieprogramma, waarin een verre junglestam in Nederland op bezoek kwam. Ze kregen onder andere te zien hoe wij met ons vee omgingen. De junglemensen liepen in tranen weg, omdat ze nog nooit zoiets verschrikkelijks hadden gezien.
De Chinese cultuur is heel erg anders dan de onze. Moeten we een cultuur die anders is dan de onze, niet ook gewoon zien als anders? Het lijkt nu vaak alsof we op zulke landen neerkijken.
Wij hebben dan wel geen opgehangen honden, maar wel karbonaadjes van levenslang opgesloten koeien. In dit land klagen we niet over kinderarbeid. Onze kinderen krijgen echter wel steeds meer last van moeheid, overspannenheid en stress. Niemand zal zeggen dat er in Nederland mensenrechten worden geschonden. We mogen echter wel alles roepen onder de noemer ‘vrijheid van meningsuiting’. Ook daar kwetsen we mensen enorm mee. Ik vraag me dan wel eens af of we tegenover een cultuur als China niet met twee maten meten.
Ik zucht en probeer mijn focus te verplaatsen naar zaken die beter passen bij het tijdstip van de dag: Een warme kop thee en een boterham met hagelslag. Nog even naar mijn gesprekspartner die diep in de krant verdiept is. “Hartstikke gek… Dat zeggen die Chinezen vast ook van ons.”
Log in om te reageren.