Het was glad. Mijn auto en ik hadden moeite om te ontdooien. Niet geheel onterecht overigens, want het had die nacht hard gevroren. Een mooie ijslaag had zich gevormd op de sloot.
Ik hoefde die dag niet ver te rijden. Jammer, want tegelijk met de sloot was ook het wegdek bevroren. De regen was nog niet geheel verdwenen uit ons land. Terwijl het in de nacht vroor, hadden de weergoden bedacht dat het overdag zou regenen. Iedere ochtend was het wel raak en zat er een auto in de berm, of erger. De chauffeur in mij lachte erom: mensen die hun auto niet in bedwang konden houden, verdienden dat ook.
Behoedzaam ging ik op reis. Met grote omzichtigheid reed ik de bocht door, een tweetal auto's die daar -onvrijwillig- geparkeerd stonden ontwijkend. Ik grijnsde. Met mijn rijkwaliteiten, gecombineerd met winterbanden, kon mij niets gebeuren. Op het rechte stuk trapte ik het gaspedaal in. Ik wilde het warm krijgen, en mijn auto ook. Met een flinke slok benzine moest dat wel gaan lukken.
Met een mooi vaartje reed ik over een typisch polderweggetje: net niet recht, nauwelijks berm en af en toe een uitwijkmogelijkheid in de vorm van een boerenerf. De bruggetjes waar ik overheen reed waren verraderlijk: een beetje te veel gas en de banden zouden met grote haast hun rondjes draaien, zich afvragend waar de grip gebleven was. Na eenmaal dit spelletje uitgevoerd te hebben, vond ik het ook wel goed geweest. Ik moest mijn einddoel nog halen.
Voor het stoplicht remde ik. Ruim van te voren begon ik het rempedaal aan te raken - niet indrukken, want de wielen zouden dan stilstaan, terwijl de auto in werkelijkheid nog reed - of eigenlijk gleed. Behoedzaam remde ik, waardoor ik precies voor het stoplicht stil stond. Ik voelde mij heer en meester op de weg. Met al mijn ervaring moest ik wel een goed chauffeur zijn.
Nog denkend aan alle dingen die ik goed had gedaan tijdens de rit, parkeerde ik mijn auto. Als een professioneel parkeerder keek ik naar de auto links, naar de auto rechts, en reed met een klein vaartje achteruit mijn parkeervak in. Het paaltje achter mijn auto dacht daar anders over en wees mij op de harde en dure werkelijkheid. Mijn carrière als chauffeur was voorbij.
Ik hoefde die dag niet ver te rijden. Jammer, want tegelijk met de sloot was ook het wegdek bevroren. De regen was nog niet geheel verdwenen uit ons land. Terwijl het in de nacht vroor, hadden de weergoden bedacht dat het overdag zou regenen. Iedere ochtend was het wel raak en zat er een auto in de berm, of erger. De chauffeur in mij lachte erom: mensen die hun auto niet in bedwang konden houden, verdienden dat ook.
Behoedzaam ging ik op reis. Met grote omzichtigheid reed ik de bocht door, een tweetal auto's die daar -onvrijwillig- geparkeerd stonden ontwijkend. Ik grijnsde. Met mijn rijkwaliteiten, gecombineerd met winterbanden, kon mij niets gebeuren. Op het rechte stuk trapte ik het gaspedaal in. Ik wilde het warm krijgen, en mijn auto ook. Met een flinke slok benzine moest dat wel gaan lukken.
Met een mooi vaartje reed ik over een typisch polderweggetje: net niet recht, nauwelijks berm en af en toe een uitwijkmogelijkheid in de vorm van een boerenerf. De bruggetjes waar ik overheen reed waren verraderlijk: een beetje te veel gas en de banden zouden met grote haast hun rondjes draaien, zich afvragend waar de grip gebleven was. Na eenmaal dit spelletje uitgevoerd te hebben, vond ik het ook wel goed geweest. Ik moest mijn einddoel nog halen.
Voor het stoplicht remde ik. Ruim van te voren begon ik het rempedaal aan te raken - niet indrukken, want de wielen zouden dan stilstaan, terwijl de auto in werkelijkheid nog reed - of eigenlijk gleed. Behoedzaam remde ik, waardoor ik precies voor het stoplicht stil stond. Ik voelde mij heer en meester op de weg. Met al mijn ervaring moest ik wel een goed chauffeur zijn.
Nog denkend aan alle dingen die ik goed had gedaan tijdens de rit, parkeerde ik mijn auto. Als een professioneel parkeerder keek ik naar de auto links, naar de auto rechts, en reed met een klein vaartje achteruit mijn parkeervak in. Het paaltje achter mijn auto dacht daar anders over en wees mij op de harde en dure werkelijkheid. Mijn carrière als chauffeur was voorbij.
Log in om te reageren.