Na het stoppen met de opleiding tot biologiedocent in december was ik druk bezig met de nodige regeldingen. Uitkering aanvragen, formulieren invullen en veel solliciteren. In februari mocht ik beginnen met mijn nieuwe werk, practicumlessen verzorgen voor de biologie lessen.
Ik zit hier als labkoning in mijn eigen koninkrijkje, het biologiekabinet. Grote stellingkasten met erlenmeyers, bekerglazen, maatkolven en maatcilinders, potjes en pannetjes, microscopen en weegschalen. Terwijl ik in de lokalen rondom mij de nodige chaos hoor van pratende leerlingen en geduld verliezende docenten zit ik in een oase van stilte, in het ‘openhartige’ gezelschap van torso’s en naakte geraamten.
Om mijn nieuwsgierigheid in de eerste weken tegemoet te komen dook ik overal in om wat rond te neuzen. Toetsresultaten, lesboeken biologie vanaf de jaren 80 tot nu en een soort boekjes voor de dagopening die ze gebruiken op deze interconfessionele school. Verder struinde ik alle dierenwinkels af op zoek naar de nodige watervlooien, slakken, waterpest en regenwormen die door de scholieren werden verwelkomd als ging het om de meest hardnekkige soa’s, waar ze in de afgelopen weken de nodige informatie en foto’s van gekregen hadden. Deze lessen werden altijd bijgestaan door het zogenaamde zwarte koffertje, dat door verschillende tweedeklassers met het nodige gegiechel bij mij werd opgehaald.
In een vlaag van verstandsverbijstering opende ik zonder waarschuwing vooraf een keer zelf de befaamde zwarte Durex koffer. Een serie van de nodige feestartikelen lachten mij toe. Doosjes met pillen, glijmiddel, rubberen en latex kokers voor hem en voor haar, samen met een behoorlijk imposante plastic fallus. ‘Als dit de statistisch gemiddelde maat is voor wat er allemaal hangt en staat in het mannelijke wereldje heb je nog wel iets om over te praten in de pre-marriage course, mocht het ooit zover komen’ hoorde ik de altijd opbeurende meneer Warbol (lees: het ontstaan van meneer Warbol) in mij spreken. Ik verzekerde hem dat het uiteindelijk alleen ging om de liefde, en dat die toch niet in centimeters is uit te drukken. Maar het bleef toch nog even onrustig in mijn hoofd.
Dat ‘ie groeien mag, (glorie halleluja!)
Ik zit hier als labkoning in mijn eigen koninkrijkje, het biologiekabinet. Grote stellingkasten met erlenmeyers, bekerglazen, maatkolven en maatcilinders, potjes en pannetjes, microscopen en weegschalen. Terwijl ik in de lokalen rondom mij de nodige chaos hoor van pratende leerlingen en geduld verliezende docenten zit ik in een oase van stilte, in het ‘openhartige’ gezelschap van torso’s en naakte geraamten.
Om mijn nieuwsgierigheid in de eerste weken tegemoet te komen dook ik overal in om wat rond te neuzen. Toetsresultaten, lesboeken biologie vanaf de jaren 80 tot nu en een soort boekjes voor de dagopening die ze gebruiken op deze interconfessionele school. Verder struinde ik alle dierenwinkels af op zoek naar de nodige watervlooien, slakken, waterpest en regenwormen die door de scholieren werden verwelkomd als ging het om de meest hardnekkige soa’s, waar ze in de afgelopen weken de nodige informatie en foto’s van gekregen hadden. Deze lessen werden altijd bijgestaan door het zogenaamde zwarte koffertje, dat door verschillende tweedeklassers met het nodige gegiechel bij mij werd opgehaald.
In een vlaag van verstandsverbijstering opende ik zonder waarschuwing vooraf een keer zelf de befaamde zwarte Durex koffer. Een serie van de nodige feestartikelen lachten mij toe. Doosjes met pillen, glijmiddel, rubberen en latex kokers voor hem en voor haar, samen met een behoorlijk imposante plastic fallus. ‘Als dit de statistisch gemiddelde maat is voor wat er allemaal hangt en staat in het mannelijke wereldje heb je nog wel iets om over te praten in de pre-marriage course, mocht het ooit zover komen’ hoorde ik de altijd opbeurende meneer Warbol (lees: het ontstaan van meneer Warbol) in mij spreken. Ik verzekerde hem dat het uiteindelijk alleen ging om de liefde, en dat die toch niet in centimeters is uit te drukken. Maar het bleef toch nog even onrustig in mijn hoofd.
Dat ‘ie groeien mag, (glorie halleluja!)
Log in om te reageren.