Tijd

Tijd
glijdt
als zand
door mijn vingers
of
het haakt,
raakt,
maakt
me blij:
weer een dag, maand, jaar erbij.

Of
het haakt,
raakt,
maakt
me bang:
want hoelang
duurt deze dag?
Alles kan,
alles mag er zijn,
toch?

Tijd
glijdt
als zand
door mijn vingers.
Ik pak het vast
en grijp mis.

Voor alles is een tijd
gun me leef-tijd.

Tijd glijdt,
tijd strijdt
om voorrang:
“doe dit, doe dat,
anders mis je wat.”

Elke dag duurt even lang.
Help mij op gang
als ik stil sta
en vang
mij op
als ik te hard ga,
op de loop ga,
voor mijzelf,
voor de tijd.

“Mijn tijden zijn in Uw hand”
leer mij leven, onderweg naar het land
van licht zonder duister
van eeuwige luister
van jubel en gloria
van tijd-loos leven, halleluja!