Blog
Een gewone zaterdag (2)
Door datingsite- en communitylid
Adriano
10-12-2019 20:50 | bekeken:
338 | funked:
4 | reacties:
1
Een gewone zaterdag (2)
Ik ging wandelen.
Nog snel een krentenbol.
Buiten zag ik de buurvrouw een sigaret roken.
Ze zei iets dat klonk als ‘rookvlees’.
Het klopte.
Ik vond het heel spitsvondig.
Verder de kade af.
Bij de kerk zag ik twee kinderen, de een lag roerloos op de grond.
Zijn jullie aan het spelen? Vroeg ik vanaf de overkant.
Een bevestigend antwoord.
Ik zwaaide, er kwam leven in het ‘slachtoffer’.
Bij de Schie aangekomen, heerlijk de wind die loodrecht over het voetpad waait.
Ik zie nijlganzen, 6 in getal die het voetpad en belendend fietspad proberen over te steken.
Ik wacht, verleen hen voorrang.
De eerste drie staan op de dijk.
De laatste drie moeten wachten en vervolgen al vliegend en lopend hun weg achter het eerder genoemde drietal aan. Een fietser wijkt uit, of verminderde vaart, een blik van verstandhouding over het voorrang verlenen is op zijn plaats.
Verderop neem ik plaats op een bankje, maar na een korte tijd vervolg ik mijn weg.
De gebruikelijke route loop ik deze middag, ik heb een vaste route een van een half uur en een van 45 minuten. Dit is de lange route.
Als ik bij het winkelcentrum aankom voel ik mijn rug opspelen.
Ik kijk naar de tijdsaanduiding voor het vertrek van de volgende bus, die stopt voor mijn achtertuin.
Nog drie minuten. Ik neem plaats op het bankje van de halte. Beeld ik het mij in of blijft de tijdsaanduiding hangen op 2 minuten. Ik strek mij uit en dat lijkt mijn pijnlijke onderrug ten goede te komen. Dan komt mijn goede vriendin Henny ineens met de fiets aanlopen. We maken een praatje. Zij heeft net een nieuwe ledlamp voor haar fiets gekocht. Ze vertelt dat de fietsenmaker waar ik mijn fiets kocht een maand met vakantie is. Dus ging ze hier naar de winkelstraat.
Maar hij doet het niet, we weten niet de aan en uitknop te vinden. Ze gaat terug.
Ik stap de Hema binnen. Vraag de verkoper, een wel hele jonge winkelbediende, waar de kerstkaarten hangen. Hij wijst me naar een klein schap. Ik twijfel. Bij twijfel niet inhalen, geldt dat ook voor kerstkaarten? Ik besluit te wachten, wil toch een kaart met een christelijke boodschap. Dus besluit ik later bij de Pelgrim, de christelijke boekhandel in de stad, mijn kaarten te kopen.
Buiten en een winkel verder komt mijn andere goede vriendin net de winkel uitlopen met een boodschappen karretje waarvan de bodem bedekt is met voedingsmiddelen. Ze heeft een fiets met grote fietstassen waar ze de boodschappen in wil doen. Ze vertelt me dat er een gemeentelid is overleden. Ze noemt haar voor- en achternaam, er gaat geen bel bij mij rinkelen. Dan ineens wel. Het was een lieve vrouw, bij wie ik een tweetal keren op huisbezoek was de afgelopen jaren. Ze was vaak benauwd. Kon ook niet ver lopen. Als ze aankwam voor de dienst pakte ik bij wijze van begroeting haar hand wel eens vast. Ik was vertrouwd met haar. Jammer dat ze er niet meer is. Er volgt nog een oordeel over haar man en hun huwelijk. Ik zeg dat God ons zal oordelen. Meer niet.