De Leraar en de leerling

De leerling: "Ik wil graag zien, vasthouden en voelen".
En de Leraar zegt: "Gelukkig zijn zij die niet zien en
nochtans geloven.
Vasthouden? Elke zegening waar je in geloof naar
verlangt, Ik zal het je geven.
Voelen? De heilige Geest zal je alles te binnen brengen
waar je naar verlangt."

Ik vraag de Leraar waarom het traject zo lang duurt. Hij onderricht me met te zeggen:
"Lieve vriend, je zou overmoedig worden door te denken dat geloof je geschonken wordt vanuit eigen morele inspanning. Je bent terug geworpen in de tijd om te weten wat er in je hart leeft. Bid, en je zult ontvangen."
Ik vraag de Leraar om het einde van m'n dagen te mogen weten.
Hij reageert met een woord uit de Schrift: "De rechtvaardige zal uit het geloof leven.
De toekomst zal voor je verborgen zijn tot de dag dat geloven overgaat in aanschouwen.
Ik houd van je met een onuitsprekelijke liefde, maar, m'n kind, ik ken ook je zwakheden waardoor ik het nodig vind in de tijd die je rest geheiligd te worden.
Zonder heiliging zal niemand de Here zien.
Ik zal je niet begeven; Ik zal je niet verlaten.
Je vreugde zal daarin bestaan om de woorden van de heilige Schrift te overdenken en, daarnaar te leven.
Laat het in je hart ontkiemen als de tarwe.
Je maakt het voor mij mogelijk om uit te reiken naar de behoeftige.
Geen mensenkind, die slechts gefixeerd is op zichzelf, zal standhouden in het gericht. Bid de Heer van de oogst dat je zult stand houden in het uur van de beproeving.
En, weet dan, mijn kind, dat je niet boven vermogen verzocht zult worden.
Want de Here zal met de beproeving ook voor de uitkomst zorgen, zodat jij daartegen bestand zult zijn.
Ik heb je lief met een ondoorgrondelijke liefde.
Verlustig je in Mij en Ik zal je geven naar de verlangens van je hart."