Ontbrekende hoofdstukken uit mijn bijbel

"De geest van de mens is een lamp des HEREN".
Spreuken, hoofdstuk 20:27a

We genieten beiden van een rustige zondag.
Herstellende van twee weken ziek zijn is mijn geest
nog wat springerig.
Ik haal een paar bijbels uit m'n boekenkast.
En blader in de hoofdstukken 29, 30 en 31 van het
boek Jesaja.

De ontbrekende hoofdstukken uit m'n bijbel.
Daar zou ik op terug kunnen vallen.
Van m'n oudste bijbel die ik op m'n achttiende levensjaar kocht, ontbreekt een katern, midden in het boek Jesaja.
Het gaat om de bladzijden 719 tot en met bladzijde 722,
en wel de hoofdstukken Jesaja 29:21 tot Jesaja 34:13.
Ik probeer te reconstrueren hoe ik die bladzijden, van dat ene bijbeltje,
ben kwijt geraakt.
Ook in enkele andere bijbels zijn die hoofdstukken zwaar gearceerd.
In het bijzonder de verzen: Jesaja 30:15,16a, 18-22:
"Want zo zegt de Here HERE, de Heilige Israëls:
Door bekering en rust zoudt gij verlost worden,
in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn, -
maar gij hebt niet gewild.
Gij hebt gezegd: Neen, op paarden zullen wij voortvliegen...
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Daarom verlangt de HERE ernaar u genadig te zijn,
en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen,
want de HERE is een God van recht;
welzalig allen die op Hem wachten.
Want gij volk, dat op Sion, in Jeruzalem woont, gij zult niet blijven wenen.
Hij zal u zeker genadig zijn op uw luid geroep;
zodra Hij dat hoort, zal Hij u antwoorden.
De Here heeft u wel brood der benauwdheid
en water der verdrukking gegeven,
maar uw leraars zullen zich niet meer verbergen,
doch uw ogen zullen uw leraars zien;
en wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan,
zullen uw oren achter u het woord horen:
Dit is de weg, wandelt daarop."

Tussen m'n vijftiende en m'n vijfentwintigste levensjaar had ik er nog wel een handje naar om Gods wil voor m'n leven te sturen.
Dikwijls ging ik met m'n bijbel om, als ware het een magisch boek.
Op goed geluk sloeg ik menig keer m'n bijbel, ergens in het midden, open en verwachtte Gods antwoorden te vinden in de opengeslagen bladzijden.
De bovengenoemde hoofdstukken staan aardig in het midden van de bijbel en heel dikwijls keerde ik, tijdens m'n bijbelse goocheltrucs, bij die hoofdstukken terug.
Ze bevatten leven verwekkende antwoorden in m'n geestelijke zoektocht.

"door bekering en rust zoudt gij verlost worden,
in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn".
"Wanneer gij rechts of wanneer gij links zoudt willen gaan,
zullen uw oren achter u het woord horen": Dit is de weg, wandelt daarop".
Later ging ik verbanden leggen met bijvoorbeeld 1 Johannes 1:26,27.
Dezelfde thematiek als in het boek Jesaja komt ook daar aan de orde.

"Dit heb ik u geschreven over hen, die u misleiden.
En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt,
blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere;
maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen,
en waarachtig is en geen leugen,
blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft."
Ik heb het niet langer nodig om Gods Woord als een wonderlijk naslagboek te gebruiken. Geleidelijk aan leerde ik de Auteur, die de
tientallen bijbelschrijvers inspireerde, kennen en ontdekte steeds vaker
de wonderlijke samenhang ten midden van duizenden bijbelteksten.
Ik ken de waarheid van Jesaja 26:9
"Van ganser harte verlang ik naar U in de nacht,
ja, uit het diepst van mijn gemoed zoek ik U."
En, Spreuken 20:27 "De geest van de mens is een lamp des HEREN,
doorzoekende al de schuilhoeken van het hart".

In mijn oudste bijbel zijn sommige bladzijden kwijt geraakt door het veelvuldig open en dicht doen, zoals bij Jesaja hoofdstuk 29.
Andere hoofdstukken zijn bijna onleesbaar geworden toen ik, tijdens m'n jeugdig enthousiasme, honderden verzen onderstreepte.
Tsja, die bijbel is toch een wonderlijk boek. Het doet wat met je.
Ga d'r maar aan staan.
Zelfs als je 's nachts wakker bent leidt die bijbel z'n eigen leven.
Onze geest: zend- en ontvangsttoestel tegeijk.