Blog
De Stem in de Woestijn
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
16-02-2016 22:10 | bekeken:
2039 | funked:
1 | reacties:
1
Het zal omstreeks 1966 geweest zijn. Enkele jaren daarvoor had ik een bijbelschool in Groningen gevolgd en nu werkte ik in Heemstede op een jongenspaviljoen van een grote christelijke instelling "Meer en Bosch".
De gezamenlijke handicap van de cliënten was epilepsie. Ik volgde daar tegelijkertijd een opleiding in de kinderbescherming. Mijn hart gloeide van ijver om de Here onvoorwaardelijk te volgen, ook in het uitdragen van een christelijk getuigenis.
Al geruime tijd was ik geabonneerd op een christelijke opwekkingskrant "De Stem in de Woestijn", een krant die bestaat vanaf ongeveer negentienhonderdzestig. Toen ik op paviljoen "de Zonnehoek" als assistent groepsleider werkte, had ik het geregeld, dat ik maandelijks een stuk of twintig exemplaren van dit blad toegestuurd kreeg. Wanneer dit bundeltje kranten bij mij in de brievenbus rolde, verzamelde ik alle moed die ik kon opbrengen om "met knikkende knieën" dit christelijk getuigenis ter hand te stellen aan mijn kollegaas. Van binnen uit, uit m'n hart, wist ik geroepen te zijn om het christelijk getuigenis actief uit te dragen naar anderen. Of het effect gesorteerd heeft, weet ik eigenlijk niet. Maar ik meende dat God wilde, dat ik, koste wat het kost, zijn getuige zou zijn.
In bepaald opzicht hield ik er wettische ideeën op na, om, voor zover mogelijk, zo bijbelgetrouw mogelijk te leven, in de zin van strikt eerlijk.
Overdag deden we in het paviljoen veel huishoudelijk werk en de ochtend- en middagpauze van een half uur in het nabij zijn van een dienstdoende hoofdbroeder was gewoon een gezellige praattijd. Meestal liepen die tijden uit met een kwartier of langer. Gewetensvol liep ik na een half uur de conversatieruimte uit om m'n huishoudelijke werkzaamheden te hervatten. Ik dacht dat God van me vroeg dat ik zo stipt mogelijk de voorgeschreven werktijden in acht moest nemen. Dit alles bij elkaar maakte me wel een buitenbeentje. Het heeft er toe bijgedragen, dat er me veel aan gelegen was m'n innerlijk aan Gods wetten te onderwerpen.
In m'n vrije tijd was ik gewend lange wandelingen te maken om m'n hart voor de Here uit te storten. Ik vroeg me af: "Waarom doe je dat toch eigenlijk?" En het was net of ik duidelijk Gods stem in m'n hart verstond:
"Omdat Jezus in je woont, en Hij in jou zoekt contact met de hemelse Vader". Ondanks m'n misschien nog erg onvolwassen geloof was er in m'n hart een groot verlangen om met toewijding God te dienen en Hem lief te hebben.
In de zestig jaren van m'n bewust christen zijn is dat eigenlijk nooit meer weg gegaan. Hij heeft me gezegend door mij een vrouw toe te vertrouwen die wat meer dan ik met beide benen op de grond stond waardoor ik meer in geestelijk evenwicht m'n weg kon vervolgen.
Haar verlangen als jong meisje was: "Here, geef me een man die U lief heeft". Zo werd voor ons beiden een hartewens vervuld die we koesterden.