Blog
Kankerwereld
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
08-07-2015 06:48 | bekeken:
1043 | funked:
0 | reacties:
2
Jongstleden maandag bezocht ik voor de derde keer het Anthony van Leeuwenhoekziekenhuis te Amsterdam. Vanwege z'n visuele beperkingen begeleidde ik een goede vriend. Met slechts één week verschil zijn we exact even oud. Vanwege privacy redenen probeer ik m'n vertelling sober te houden.
Heel geleidelijk word ik ingeleid in de wereld die "kanker" heet. We bezochten wel vijf verschillende afdelingen. Ik kan het niet laten om overal goed om me heen te kijken. Op zo'n dag passeer je honderden mensen.
Ik zie heel veel moedige mensen die hun best doen om opgewekt te kijken. Ik zie vooral veel echtparen: een man begeleidt zijn vrouw en een vrouw begeleidt haar man. Wat ik ook zie, echtparen met beiden een smartphone en/of tablet; naast elkaar zittend leeft een elk in zijn of haar eigen wereld. Alles wat er te zeggen was hebben ze al samen gewisseld.
Ik ben super gevoelig voor sfeer en verhoudingen en lees de gezichten.
Wanneer je binnenkomt lees je in de grote hal allerlei informatie waar het om kanker gaat. Zo heeft elke kankertumor z'n eigen afzonderlijke DNA. Met alle moderne behandelingsmethoden zijn artsen en verpleegkundigen tot heel veel in staat.
Op één wand in de hal staan honderden kleine gele briefjes geprikt, waar mensen hun wensen op hebben geschreven, Hoop voor het leven en dank aan de artsen voor de goede zorg, Daartussendoor zie ik ook twee hartvormige briefjes waarin verteld wordt dat er een Vader is die heel veel van elk afzonderlijk individu houdt.
Ik "ontmoet" mensen van alle leeftijden. Jonge mensen van rond de twintig, vijfentwintig of dertig; single. Menigeen draagt een hoofddoekje. Mannen hebben minder moeite met een kaal hoofd; voor vrouwen ligt het anders. Wanneer we in het restaurant zitten, zie ik van alles. Soms zit ik er alleen, soms met z'n tweeën omdat m'n vriend een dagbehandeling ondergaat. Ik zit aan een tafeltje met een Indische mijnheer om m'n broodje op te eten. We groeten elkaar vriendelijk. Ik heb de neiging om een praatje aan te knopen maar laat de gedachte even snel weer varen. Ik leef nog in de wereld van de gezonden. Je hebt niet het recht zo maar in te dringen in de wereld van die ander.
Ik zie mensen lopen achter hun rollator, soms met een urinezak en een ander met een zuurstoffles en overige attributen. Hier is al het ongewone gewoon. Verpleegkundigen passeren me met bedden waarin mensen liggen. In een flits neem ik gezichten waar.
Omdat m'n vriend een behandeling ondergaat en ik "zie" wat er gebeurt, realiseer ik me steeds meer dat de behandeling van dokters en verpleegkundigen heel veel met bloed te maken heeft. Eindeloos moet er elke keer weer geprikt worden om de bloedwaarden te meten die te maken heeft met elk afzonderlijk orgaan. Alles heeft met elkaar te maken.
Tegelijkertijd realiseer ik me als christen dat een christen leeft vanuit het besef dat hij of zij haar leven te danken heeft aan die ene, die onvoorwaardelijk zijn bloed gaf. Een leven schenkende bloedtransfusie die in de laatste paar duizend jaren enkele miljarden levens heeft gered. Op zo'n dag denk ik aan hem. Dat hij dat heeft gedaan om mij een betere toekomst te geven. Om me te redden van de eeuwige dood.
Tussen de bedrijven door praat ik met m'n vriend over geestelijke zaken. We hebben uiteindelijk maar één leven en dat gaat snel genoeg voorbij.