Blog
Uil en vos: vos is terug
Door datingsite- en communitylid
aske
27-06-2015 21:45 | bekeken:
1019 | funked:
0 | reacties:
1
'Heey uil, ik ben er weer!'
Vos komt aangerend. Vanuit het bos komt hij.
Hij rent het veld op, naar de eik waar uil altijd op een zijtak zit.
'Heey uil,' roept hij, 'zeg es wat!'
Uil doet zijn ogen open en kijkt naar beneden. Hij ziet vos. Rood en vlammend onder de eik.
'Ik kom wel bij jou,' roept vos.
Hij rent een rondje over het veld, draait zich om en sprint naar de eik. Hij racet tegen de stam op en rent naar boven, naar de zijtak waar uil zit.
'Het was zooo mooi,' roept vos.
'Wacht,' zegt uil. 'Rustig, ik ben net wakker. Uil knijpt met zijn ogen, hij doet ze dicht en hij doet ze open. Hij rekt zijn linkervleugel, hij rekt zijn rechtervleugel. Hij haalt adem, diep in en diep uit.
Vos zit daar op de zijtak naast uil. Hij schuift heen en weer en zwaait met zijn staart. 'Het was zooo mooi,' zegt hij nog es.
'Ja,' zegt uil. 'Eikeltjeskoffie?'
'Yes!' roept vos, 'weet je? Ik maak een rondje en dan ben jij wakker.'
Vos springt van de tak naar beneden. Hij zwaait zijn staart naar achteren en zijn poten naar voren. 'Kijk uil ik zweef!' roept hij. Met een plof landt hij op het mos. Hij hupt op en maakt sprongen en koprollen. Hij rent over het veld. Trekt een sprint en staat plotseling stil.
'Kijk uil ik leef!' roept hij. 'Hahaha, ik leef! Zie je dat? Ik leef!' Hij zakt door zijn poten naar de grond en ineens springt hij hoog in de lucht. Dan ploft hij neer en springt weer op. 'Ik leef!' roept hij. 'Ik leef!'
Uil kijkt. Hij lacht. 'Haah vos, mooi dat je er weer bent!'
Opeens maakt uil een duik, vliegt op vos aan en pikt in zijn staart. Vos springt op en hapt naar uil. Uil stijgt op en slaat met zijn vleugels. Vos springt zo hoog als hij kan. Heel hoog gaat hij, de lucht in. Uil duikt neer en stijgt op. Ze rennen en vliegen over het veld. Ze lachen en rollen in het gras.
'Je bent er weer,' zegt uil. 'Ik heb je gemist.'
'Ik jou ook,' zegt vos.
Ze drinken eikeltjeskoffie.
'Lekker,' zegt vos.
'In het land waar ik doorheen trok hadden ze cafe americano. Best lekker hoor, maar nix gaat boven eikeltjeskoffie uit mijn eigen bos.' 'Van deze eik,' zegt uil en kijkt omhoog.
'Dat ook nog es,' zegt vos.
'Hoe was je reis?'
'Mooi, zooo mooi. Echt uil het was zooo mooi. Ik was bij de zee, bij de rotsen, de kust en het strand. En daar liep ik. Ik dwaalde er rond. Soms was ik alleen, soms was ik samen.
Ik weet nog dat ik boven op een rots lag. Alleen. Ik keek uit over zee. De wind waaide het water omhoog. De golven sprongen hoog op en sloegen stuk op de rotsen. Het water spatte uiteen. Als een fontein waaierde het omhoog. Iedere x maar weer. Het ging maar door. Eindeloos door.
Het was zooo mooi. Het water was blauw, zoals alleen water in de zee blauw is. Diep en hemels en eindeloos blauw. Ik keek en voelde de zee en de wind en alles wat ik zag diep van binnen. In mijn lijf. Ik kreeg er tranen van. Het was geen verdriet, maar iets anders. Alsof een heel diep plekje ver vanbinnen geraakt werd. Een plek waar echte gevoelens worden bewaard en gekoesterd. De kern van het heelal raakte de kern in mij.'
Vos zucht, 'snap je?'
Uil knikt. 'Wat mooi...' zegt hij.
'Toen ik daar lag op die rots dacht ik aan de verten, aan het eeuwige. Aan alles wat er meer is buiten de aarde. Ver weg het eindeloze in.
Het was zooo mooi en het deed pijn. Ik begreep het niet.'
Uil luistert en knikt.
'Mooi,' zegt hij nog es. 'Wat bijzonder mooi.'
'Ik ben blij dat je er weer bent.'
Vos knikt en lacht naar uil. 'Ik vind het mooi om jou weer te zien,' zegt hij. 'Maar ik wil ook weer gaan. Het ene verlangen houdt mij hier, het andere verlangen trekt mij weg.'
Dan ligt vos stil op het mos. Uil zit naast hem.
Ze kijken omhoog. Ze kijken naar elkaar.
Ze drinken koffie. Ze praten.
De eik rijst groot en met takken zijwaarts gestrekt boven hen uit.
De wind waait.
De zon schijnt.
De lucht is oneindig. Diep, ver, blauw, wit en grijs.