Blog
De ontmoeting met Jacobus
Door datingsite- en communitylid
aske
24-05-2015 14:21 | bekeken:
726 | funked:
0 | reacties:
4
'Ik heb de hogeschool van het leven doorlopen,' zei hij en nam een slok bier.
'In Israël ben ik geboren. Daar heb ik wonderlijke dingen meegemaakt. En later in mijn leven heb ik gezworven over de wereld.
Maar waarom zwerf jij hier?'
Ik zat in het cafe met een biertje. Einde middag. Het was een lange dag geweest. Ik had meer dan 9 uur gelopen.
Toen kwam hij binnen. Een oude man. Alsof hij al honderd was geweest. Hij droeg een grof bruin geweven kleed die reikte tot zijn voeten. Jacobus was zijn naam. Hij had lang wit haar en een witte baard. Sandalen. Blote voeten. Een versleten leren rugzak die hij naast mijn rugzak legde. Hij ging naar de bar, bestelde een biertje en kwam bij me zitten.
Hij vroeg niet of hij bij me mocht komen zitten, hij deed het gewoon. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En het voelde als de normaalste zaak van de wereld.
Ik zat in noord Spanje in een cafe aan een plein, na een lange dagtocht als pelgrim en er schoof een oude man bij mij aan. Hij keek me vriendelijk aan en we praatten alsof we elkaar kenden.
Ik vertelde hem dat er vandaag een kerk open was. En omdat bijna alle kerken gesloten waren tot nu toe, ging ik verrast naar binnen. Ik zocht de stilte van de kerk, de toegang tot het heilige en mystieke. Maar de kerk kreeg een beurt. Een groep vrouwen ging met emmers, doeken en flessen ontsmettingmiddel de kerk te lijf. Alsof het van kwade geesten gekuist moest worden.
Jacobus lachtte schaterend. 'Soms maakt God een grapje,' zei hij. 'Jij wilde het heilige en je kreeg het aardse.'
Daarna vertelde hij over de hogeschool van het leven.
'Die is er elke dag,' zei hij. 'Je kunt een heleboel leren op scholen, maar het echte leven leer je niet door kennis, maar door ervaren. Door verdriet, moeite en pijn. Door vreugde en geluk. Door het gewone, het aardse.
En ook pelgrimeren hoort bij de hogeschool van het leven.
Ik ben een dankbaar mens geworden.'
'Vertel nog es wat over je dag,' vroeg Jacobus.
Ik vertelde over het strand. De zon scheen. Het water rolde over het zand.
Ik deed mijn schoenen en sokken uit en liep de zee in.
Het water spoelde om mijn voeten. Het zand kroop tussen mijn tenen.
Ik vertelde dat ik naar de lucht keek. Dat er vogels boven mij zweefden. Dat ik mijn armen spreidde. Opsteeg en zweefde met de vogels. Draaien en cirkelen. De hoogte in.
'Ik zou zo graag willen vliegen,' zei ik. 'Vliegen en verder kijken. Een ander perspectief. Snap je? Maar meestal blijf ik aan de grond.'
Jacobus haalde nog een paar biertjes.
We praatten en dronken.
'Ik ben op zoek,' zei ik. 'Naar wat er nog meer is dan wat ik zie en weet.'
Jacobus knikte, nam een slok bier en zei: 'In mijn leven heb ik geleerd dat ik een klein beetje weet en een klein beetje begrijp.
En verder ben ik stil. Ik leg mijn handen open en ontvang.'
Hij legde zijn handen op tafel. De handpalmen naar boven. Er liepen veel lijnen.
Ik voelde de woorden in mijn lijf en mijn buik. Ze ontroerden me.
Hij legde zijn hand op mijn arm en zei: 'Ook voor jou komt het moment dat je je vragen kan laten voor wat ze zijn. En rust ontvangen.
Heb geduld.'
Toen sloeg de klok van de kerk. 12 x.
'Ik moet gaan,' zei ik. 'Mijn bed in. Morgen loop ik weer verder.'
We omhelsden elkaar.
'Vaya con Dias,' zei Jacobus nog.
Ik bukte me om mijn rugzak te pakken en dacht opeens: '...Jacobus..?
Jacobus... die begraven ligt in Santiago de Compostella...?'
Er gaat het verhaal dat hij een enkele x nog verschijnt aan pelgrims onderweg.
Ik kwam weer overeind en keek nog eens goed.
De deur ging open en dicht.
Een windvlaag...
De man was weg.