Blog
Visserslatijn (2)
Door datingsite- en communitylid
Adriano
25-07-2014 12:13 | bekeken:
1011 | funked:
0 | reacties:
2
De dag na mijn eerste visavontuur met Calvin (7 jaar) sta ik om 9:30 voor de deur. De buurvrouw doet open nog in haar ochtendjas. Ik verontschuldig mij, voor het kennelijk vroege uur. Calvin moet zich nog aankleden, maar het eerste wat de buurvrouw zegt is dat hij gedroomd heeft dat ik een grote vis ving.
En hij doet zijn handen uit elkaar: ' Zo groot was tie.'
'Dat is bijzonder.': en ik kijk in zijn ontwapenende gezicht.
'Ik maak een wandeling en daarna kom ik je ophalen om te vissen.':zeg ik.
Na een half uur bel ik weer aan. Hij is er helemaal klaar voor. Eerst de emmer met water vullen, voor als we een vis vangen. Ik wijs hem de plek waar ik wel eens de goudkarper zag, in een bochtje in de sloot vlakbij waar je tot 40 cm diep kunt kijken. Ik gooi de hengel uit voor hem en geef de hengel over. De goudkarper is inderdaad te zien. Maar hij komt onze kant op, en zwemt naar een dieper deel van de sloot waar zijn silhouet in het diepe water verdwijnt. Ik doe nog snel een poging om de dobber de kant op te gooien die de karper gaat. De dobber maakt echter geen beweging, alleen het ritme van de golfjes van de wind die de dobber tegenkomt.
We hebben geen stoeltjes bij ons en besluiten bij een bankje aan het voetpad langs de sloot te gaan zitten. De dobber met brood wordt uitgegooid en ik zet me op het bankje met Calvin. Ik zeg hem dat hij de hendel van de molen open moet laten, anders kan een vis de hengel wel eens mee het water in trekken als we even niet opletten.
Het is heerlijk weer, een briesje niet te warm.
'Ik vind mensen met rood haar niet mooi':zegt Calvin. En er volgt een gesprek over zijn moeder die paars haar schijnt te hebben. Maar dat is dan wel weer mooi.
Een klasgenootje heeft hem gestoken met een pen, dat is ook niet leuk natuurlijk. En hij zit ook bij hem op taekwondo, dus dan kan hij met hem sparren vervolgt hij.
Ondertussen volgen wij de dobber, één keer gaat de dobber onder en sla ik met grote kracht de hengel omhoog. Gevolg is dat de dobber een vlucht maakt door de lucht, zonder resultaat echter. Calvin deinst achteruit van mijn overenthousiaste vispoging.
Calvin gooit de hengel steeds weer uit.
Op de brug over de sloot waar wij aan zitten komt regelmatig een passant langs die ik groet.
'Wat kent u veel mensen':zegt Calvin.
'Ja ik woon hier al mijn hele leven': zeg ik.
Aan de deur van de buurvrouw vraag ik of de koffie al klaar staat. De buurvrouw wilde net komen vragen of we daar zin in hebben.
Als ik even met de buurvrouw sta te kletsen, is de draad van de werphengel hopeloos in de war geraakt. Ik doe een poging de kluwen te ontrafelen.
'Wil jij daarheen lopen met de dobber': vraag ik Calvin. Ook de buurvrouw commandeer ik met een stuk draad naar achteren. Het moet een grappig gezicht zijn, drie mensen die een knoop proberen te ontrafelen. Ik geef het bijna op als er een serieuze knoop dreigt. Maar zet toch door, en ja hoor het lukt mij de draad weer op de molen te krijgen. Iedereen blij. Tijd voor koffie.
Ons visavontuur zit er op.