Blog
In de arena
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
24-04-2014 10:01 | bekeken:
906 | funked:
0 | reacties:
1
Rondom me joelt een duizendkoppige menigte:
"Beëlzebub, Beëlzebub; de overwinning is aan jou...."
Spreekkoren wisselen elkaar af.
De mensen op de tribune joelen van plezier.
Tegenover me bevindt zich een reusachtige gladiator.
Die is minstens twee koppen groter als ikzelf.
Het doet me denken aan een uit z'n krachten gegroeide ork.
Inkt-, en inktzwart is het monster.
Ondanks z'n grootte en z'n zwaarte danst hij lichtvoetig om me heen.
Tot m'n schrik bemerk ik,
dat het lichtende schild dat me omhulde, verdoft is.
Ik voel geen pijn maar ik merk dat ik bloed uit meerdere wonden.
Ik realiseer me dat ik onvoldoende op m'n quivive was tijdens dit gevecht.
Ternauwernood kan ik een slag van het zwaard van m'n tegenstander ontwijken.
Adrenaline giert door m'n bloed.
Het lukt me de ander een steek toe te brengen
in z'n onderlichaam waar de bepantsering ophoudt.
Zo waar breng ik hem uit balans.
De reus herstelt zich weer en komt dreigend en grommend m'n richting op.
Een krachtige hauw weet ik handig te pareren met m'n schild.
M'n geest is helderder dan ooit tevoren.
Ik realiseer me dat ik niet langer strijdt tegen vlees en bloed.
In m'n hart prevel ik de woorden:
"O Jezus Christus, Zoon van God, ontfermt U zich over mij".
Het lijkt een ongelijke strijd.
Soms wankel ik op m'n benen,
terwijl ik de woorden blijf formuleren: "Ontfermt U Zich over mij".
Het flitst door m'n geest: "Je moet hem elimineren;
en je moet het nù doen! Reken af met dit monster;
Ik Zelf zal je de kracht geven!"
De beneveling om me heen trekt op en het wordt weer helderder in m'n geest.
Weer haalt het zwarte gevaarte tegenover me uit
maar ik weet de slag te ontwijken.
Hoewel ik een veel kleiner zwaard heb, breek ik door z'n verdediging heen
en breng hem een steek toe in z'n rechter bovenbeen.
De reus wankelt.
Op de tribune blijven ze de leus scanderen:
"Beëlzebub, Beëlzebub, de overwinning is aan jou...."
Ondanks m'n verwondingen herstelt m'n lichaam zich.
Dacht ik eerst dat ik in eigen kracht m'n tegenstander
wel van het lijf kon houden, nu weet ik wel beter,
"O Jezus, Zoon van God, ontfermt U Zich over mij...."
Bovenaardse krachten lijken me onaantastbaar te maken.
Waar ik gefaald heb, daar is Zijn Genade groter.
Met een krachtige slag weet ik het zwaard van Beëlzebub
uit z'n handen te slaan.
En zonder een seconde te aarzelen dringt m'n zwaard tot diep in z'n hart,
Vanaf de tribune is geen enkele bijval.
Ik realiseer me dat God me genadig is geweest.
In m'n geest blijf ik bidden:
"O Jezus Christus, Zoon van God, ontfermt U Zich over mij".
Dit gevecht heb ik gewonnen.
Ondanks m'n eigen falen, kwam Hij me te hulp met hemelse kracht.
Zachtjes zingt het in m'n ziel:
"Niet de macht van wapenen,
niet het werk van mensenhanden;
onze kracht is in de naam van de Heer".
(eerder geplaatst)