Wegens delict gesloten

De geur is sterk, zoet en verdorven. Het ruikt nabij.
Ik zit achter een grijze rugleuning met blauwe hoofdsteun. Daarboven een deel van een hoofd, met bruin haar. Ik gok van een man. In de ruit rechts zie ik een bril en bladzijden die omgeslagen worden. Papier met letters.
Naast mij hangt een ijzeren bakje. Twee schroeven als scharnier. Een ijzeren klep om af te dekken. Ik til de klep omhoog. Een zwerm kleine vliegjes walmt mij tegemoet. Ik sla verschrikt terug. De geur komt mee naar buiten. Weeïg en weerzinwekkend. Ik wapper door de vliegjes en kijk in het ijzeren bakje.

De vogel is dood.
Het beweegt en kronkelt op de vogel. Ik houd de adem in. Laat de klep vallen.
Voor mij komt het haar met hoofd overeind. Het behoort toe aan een vrouw. Ze draagt een grijze jurk en een rood gebreid vest.
'Vreselijk,' mompelt ze voor zich. 'Vreselijk.'
Ik zie een panty met een ril over de kuit.
De vrouw stopt papieren in een plastic tasje van de Action.

Ik moet nodig plassen. Sta op en loop naar het dichtstbijzijnde toilet.
Daar staat een man met een geruit jasje.
Het slot van het toilet staat op rood. Na een poosje wachten zie ik op de deur: -wegens defect gesloten- Ik ga op zoek naar een ander toilet. Loop door de gang. In een halletje is weer een toilet. Ik kijk opzij en naar buiten. Het landschap flitst voorbij.
Opeens is de man met het geruite jasje achter mij. Hij gaat vlug de wc in. Ik moet verschrikkelijk nodig plassen. Ik wacht op het blauwe bankje in de hal voor het toilet. Het wachten duurt. Ik moet echt plassen. Er zijn al 8 minuten voorbij en de man met het geruite jasje komt niet naar buiten.
Ik klop op de deur. 'Opschieten,' roep ik.
Ik hoor nix, wacht nog 5 minuten.
Ik klop weer. 'Hé! Opschieten.'
Geen reactie.
Ik ga op zoek naar een andere wc waar ik kan plassen.
Aan het einde van de gang is nog een wc. Ik kan zo naar binnen. Net op tijd. Ik houd het niet meer en plas over de wc. De vloer wordt nat. Ik sta met mijn schoenen in een plas. Het stinkt er.

Als ik weer door de gang loop, ruik ik een vreemde geur. Rottigheid en stank.
Ik kom bij het halletje van het toilet waar de man met het geruite jasje naar binnen ging en verdween.
Een vrouw in grijs uniform is bezig de vloer van het halletje schoon te maken met een dweil en een emmer water. Ze bukt zich. Ik zie een ril in de panty bij de kuit.
Ik kan niet passeren. De vrouw en de emmer staan in de weg. Dan gaat de deur van het toilet open. Een zwerm vliegjes walmt naar buiten. Vult het halletje. De vrouw vervaagt. Ik wapper naar de vliegjes. De geur uit het toilet doet me denken aan de dood. Ik zie het geruite jasje. Het ligt op de grond. In een rode plas.
Aan een haakje boven het toilet hangt een plastic tasje van de Action.
De vrouw pakt een papier uit het plastic tasje.
Uit het borstzakje van haar uniform haalt ze een pen.
Ze legt het papier tegen de wand en schrijft erop. Dan stopt ze het terug in het tasje.
'Vreselijk,' mompelt ze.
'Vreselijk.'

Op de deur van het toilet hangt: -wegens delict gesloten-