Blog
De gelovige othopedagoge
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
30-03-2013 11:55 | bekeken:
963 | funked:
0 | reacties:
1
Tussen 1960 en 1978 heb ik zo'n twaalf jaren inrichtingswerk gedaan,
voornamelijk onder kinderen en jongeren.
Tijdens één van de opleidingen die ik voor dit werk volgde, schreef ik in
het voorjaar van 1975 een afstudeer-scriptie over "De gelovige opvoeding
van het verstandelijk gehandicapte kind".
Dit weekend vieren we Pasen. Het meest glorieuze van Pasen is voor mij
persoonlijk, dat de toekomst niet de één of andere grijze nachtmerrie zal
blijken te zijn. Aan het eind van Goede Vrijdag ontnam Jezus de satan de
sleutels van de dood en het dodenrijk en Hij bezegelde dit door tijdens Pasen
op te staan uit de dood. Dank zij dit geweldige fenomeen van Zijn opstanding
hebben wij een reëel uitzicht op een fascinerende toekomst, waar de dood
haar laatste woord heeft verloren. We zullen eeuwig leven in Zijn tegenwoor-
digheid, zowel in de hemel alsop aarde.
Beperkingen, ziektes, handicaps, trauma's zij zullen tot het verleden behoren.
Kinderen met het syndroom van Down en alle andere mogelijke afwijkingen,
zij zullen in volmaaktheid hun Heer ontmoeten.
Tijdens die studie rond die afstudeer-scriptie verzamelde ik prachtig materiaal.
Mevrouw drs. T.Hamer, orthopedagoge aan de universiteit te Leiden, die m'n
scriptie moest beoordelen vertelde me:
Het gebeurde kort voor de laatste wereldoorlog. In een christelijk gezin leed
een 17-jarige mongoloïde zoon aan t.b.c in een vergevorderd stadium.
De diepbedroefde ouders stonden aan het sterfbed van hun jongen, tot deze
plotseling zei: "Er staat iemand in de deur. Een meneer in het wit, die zegt
dat ik met hem mee mag gaan. Je hoeft niet te huilen. Jullie mogen later ook
komen.
Zij vertelde me ook, dat ze bemiddelde in de plaatsing van een laag-imbecil
meisje, die opgenomen moest worden in een short-stay home, ergens in
Limburg. Het was een dringende noodzaak voor de moeder, die weduwe
was geworden, om tot rust te komen. Het meisje kon zitten noch praten. Ze
stootte slechts enkele ongearticuleerde klanken uit.
In het short-stay-home krijgt ze longontsteking. Haar longen zijn zwak en in
het ziekenhuis ziet de behandelend arts dat het voor het meisje een aflopende
zaak zal zijn. Moeder wordt geroepen. Tot grote verbazing treft ze haar
dochtertje rechtopzittend in bed aan en met een normale stem neemt ze
afscheid van haar moeder: "Papa is er en oma is er en er zijn een heleboel
engelen. Ze komen me halen. Straks gaan we met z'n drieën met de engelen
mee. Jullie moeten hier nog blijven."
Ik had ook kontakt met een psychologe uit Amersfoort, Louis C.P.Visscher,
die in haar boek "De godsdienstige opvoeding...." (1935) verhaalt:
"De direkteur van een idioten-inrichting in Treysa vertelt van een patiënte,
"vollständig verblödet", die de gehele dag voor zich uitstaarde, een enkele
kreet liet horen en een trappelende beweging maakte en zo twintig jaar lang,
vanaf haar geboorte, op dezelfde plaats haar plantenleven leidde zonder
enige reaktie om wat er om haar heen gebeurde. Plotseling, op een morgen,
hoorde men haar zingen. De christelijke liederen, die in de inrichting gebruike-
lijk waren, zong zij met een verheerlijkte uitdrukking op het gezicht, een half
uur lang. Daarna stierf zij, met dezelfde glans op haar gezicht.
Het indrukwekkende van deze verhalen vind ik, en dat in het licht van Pasen,
dat voor en tijdens het moment van sterven alle beperkingen van hen werden
weggenomen.
De gelovige orthopedagoge, mevrouw drs. T.Hamer honoreerde m'n
afstudeer-scriptie met een negen. Je begrijpt, deze dame kan voor mij niet
meer stuk.