De HERE is het niet vergeten wat je is overkomen.
Lieve kind, hoe heb je het allemaal kunnen dragen, en.............
waar was God in dit alles?
Beetje bij beetje raap je de brokstukken van je leven weer bij elkaar.
Kon je nu maar alles van de ene op de andere dag vergeten.
Vergeven en vergeten.
Het ene is onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Toen de nood op haar hoogst was, was ook de redding nabij.
Ik stuurde mensen op jouw pad, die Mij lief hadden.
Zulke ontmoetingen had je zelf niet kunnen arrangeren.
Daar had Ik Zelf m'n hand in.
In samenhang met mensen ontvouw Ik weer nieuwe horizonten
in jouw leven.
Je hebt iets geproefd van mijn kostbare vrede.
Of, zoals de Schrift zegt: (Phil.4:6,7)
"De Heer is dichtbij.
Maak je geen zorgen, maar maak steeds je wensen aan God bekend
in het gebed, met smeken en danken.
Dan zal de vrede van God, die boven al ons begrip uitgaat,
waken over je hart en je verstand, die met Christus Jezus verbonden zijn."
En verder, wat Johannes getuigde:
"Niemand heeft ooit God gezien,
maar de enige Zoon, die zelf God is,
die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen." (Joh.1:1

Je leert nu mensen kennen, die, zoals de Schrift zegt,
"leesbare brieven van Christus" zijn.
Zo is nu onze God.
Je ontmoet Hem in mensen die Hem liefhebben.
Je hebt genoeg van het leven meegekregen,
om te weten, dat zulke mensen niet 'volmaakt' hoeven te wezen.
Dat ben je immers zelf ook niet.
God voltrekt Zijn plan in jouw leven in samenhang met mede-gelovigen.
En door de bizondere kracht van de heilige Geest ontvang je de genade
om de bladzijden van het leven, wat achter je ligt, om te slaan.
Ik help je om de pijn van haar angel te ontdoen
door sommige mensen los te laten.
Je bent héél kostbaar in mijn ogen, weet je dat wel?
In de verwerking van alle leed en pijn uit het verleden
stel Ik jou ook tot zegen voor de mensen om je heen.
Je hoeft het niet te zoeken.
Ik schep Zelf kansen en gelegenheden
om jou te gebruiken in mijn heilige dienst.
Ik heb jou lief, m'n kind.
"Hij, die in u een goed werk is begonnen, zal dit ten einde toe voortzetten,
tot de dag van Christus Jezus. (Phil.1:6)