Blog
De oude predikant
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
13-01-2011 22:24 | bekeken:
971 | funked:
0 | reacties:
0
Zeven jaar geleden kwam hij nog met regelmaat op z'n fiets m'n boekwinkel aandoen.
Hoewel hardhorend, altijd opgewekt en zeer vriendelijk.
Ik was eraan gewend geraakt om bij deze bezoeken m'n stem-volume te verhogen.
Tot mijn verrassing ontmoette ik hem weer in het grote bejaardenhuis,
bijna negentig jaar oud.
Aanvankelijk kon hij zich mij niet meer herinneren.
Het korte termijn geheugen is bijna weg;
het lange termijn geheugen van zestig, tachtig jaar geleden werkt uitstekend.
Eindeloos kan ik luisteren naar de verhalen van héél, heel vroeger.
Het jaar dat hij de kleuterschool bezocht.
In het dorp waar hij woonde waren de roomsen oppermachtig.
Hij was bang voor de nonnen met de grote zwarte kappen.
Dat was de reden dat hij de kleuterschool in het naburige plaatsje bezocht
Vader was niet kerkelijk.
Die was de baas van de paarden-tram en eigenaar van tientallen paarden.
Ik luister naar de verhalen over grootvader.
Van moeder kreeg hij een vrome opvoeding.
Toen werden de zaadjes gelegd om later predikant te worden.
Een aanzienlijk aantal van gedateerde studieboeken staan nog in z'n boekenkast.
In z'n kleine woning houdt de tijd op te bestaan.
Misschien is er behalve mij nog één, hooguit twee mensen
die hem van buitenaf nog op komen zoeken.
Hij is nooit getrouwd geweest.
Ik stel gerichte vragen over z'n preken van vroeger.
's Maandags begon hij al met de preekvoorbereiding.
Daarin was hij heel consciëntieus; bij de uitwerking soms wat te lang van stof.
Bij de professor uit Amsterdam leerde hij hoe je een preek maakt.
Op een zonovergoten zondagmiddag, kort geleden, zocht ik hem op.
Ik stelde voor om samen te gaan wandelen.
Eerst weerde hij m'n voorstel af maar na twee minuten vond hij het maar al te leuk.
Daar gingen we, de kleine fragiele gestalte naast mij, eerst naar de lift.
Buiten aangekomen stak hij vertrouwelijk zijn arm in mijn arm
en samen gearmd liepen we misschien anderhalve kilometer.
Hier en daar was het nog een beetje glad.
Soms dacht ik: "Het mag me niet overkomen, dat hij komt te vallen"
en verstevigde m'n greep in het gearmde samenzijn.
Thuisgekomen bedankte hij me meerdere keren voor 't gezellige uitje.
Hij zou eens moeten weten hoe dankbaar ik mij zèlf voelde
voor die aangeboden vriendschap.