Blog
De nacht, deel II
Door datingsite- en communitylid
Blauwtje
03-11-2010 01:54 | bekeken:
1041 | funked:
0 | reacties:
3
Als ik mijn ogen sluit, dan zie ik ze. Deze keer slepen ze me niet aan mijn haren door de kamer, nemen ze me niet mee naar een vluchtelingenkamp, of laten me van een trap in de metrohal afrollen. Ze achtervolgen me niet met machinegeweren als ik ren voor mijn leven door de donkere verlaten straten, ze wachten me niet op als ik mijn straat in fiets.
Nee, ze zijn meer sneaky. Ze kruipen onder mijn huid en ik voel ze bij elke stap die ik neem. Maar ik ben me niet aldoor van ze bewust. Ik word bang, kwaad en verdrietig en ik vraag me af waar het door komt. Maar het is het krioelende zwart. Het zwart van de nacht.
Het is weer herfst. Er zijn zat leuke dingen, zoals gekleurde blaadjes en paddenstoelen. En je kan in de herfst je huis opleuken met kaarsjes, leuke frutsels en een knus dekentje voor op de bank. En je kan warme chocolademelk drinken en je tegoed doen aan Sinterklaas snoepgoed. Dat kan. Dat zijn de tips die onwetende mensen me elk jaar weer geven. "Moet je doen! Dan zul je zien dat de herfst heel leuk is. Knus vooral!" En ik koop braaf kaarsjes. En frutsels. En een dekentje voor op de bank, om over me heen te slaan als ik weer warme chocolademelk drink. Mijn lieve oekipoeki-huisje wordt heel gezellig.
Maar weerhoudt dat de winterdepressie om je op het meest onverwachte moment te overvallen? Niet... Voor sommige mensen is de reductie van het aantal lux de oorzaak van een onuitroeibaar fenomeen. Het lijkt me zonneklaar dat kaarslicht geen volwaardig alternatief is voor zomers licht, zelfs een donkere dag in de zomer schijnt meer helderheid te hebben dan een heldere dag in de herfst. En toch krijg je elk jaar weer op je hart gedrukt om kaarsjes te kopen. Maja, 1 kaarsje, 1 lux...
Ik mijmer. Ondertussen ben ik in de hoek gedreven. Ik kijk omhoog, daar doemt hij temidden van de krioelende zwarte flarden. De SAD, blijkbaar al een tijdje verdekt opgesteld, wachtend op het juiste moment om me te overvallen. Ik herken hem van vorige jaren. Hij is nog grimmiger. Morgen maar een dekentje kopen, zodat hij samen met mij op de bank naar kaarslicht kan kijken, totdat de lente weer komt en hij op lost in het licht.
Maar ik heb een beter idee: ik dwing hem mee naar buiten te gaan, hard te gaan lopen met me en leuke dingen te gaan doen, want nu ik door heb dat hij het is, weet ik ook wat er zo ongeveer allemaal in zijn trukendoos zit. Hij weet namelijk feilloos me te wijzen op de verslechterende toestanden in de wereld: het verdwijnende oerbos, de schendingen van mensenrechten, de lachende Rutte, hongerlijdende kinderen, de oorlogen, de grote oliemeren. En de meest deprimerende songs schieten uit de YouTube speler als paddestoelen. Ze dreunen me neer met hun geluidsgeweld. De SAD doet me snakken naar adem als ik me uitsloof in een wanhopige poging om tegen te vechten.
En ik snap ineens ook waarom ik nog niet naar bed ben. Ik ben bang voor het donker. Maar er zit maar één ding op: de confrontatie aangaan, dan is het ook weer sneller licht. Natuurlijk licht...
En op een dag word ik wakker in de lente en is hij opgelost.